Antibiotica

Wat is het   
Antibioticum betekent letterlijk: tegen het leven. Antibiotica zijn chemische stoffen die worden uitgescheiden door micro-organismen om concurrerende micro-organismen te doden of hun groei te beletten door een of ander levensbelangrijk proces specifiek te blokkeren. Daar waar alle geneesmiddelen verondersteld worden één of ander ziekteproces te corrigeren, zijn antibiotica dus gericht op het verstoren van de levensfuncties van micro-organismen die aanwezig zijn bij de patiënt, en waarvan vermoed wordt dat ze hem of haar schade berokkenen. Ze genezen geen infecties, maar stoppen wel de groei van gevoelige bacteriën zodat de patiënt de tijd krijgt om zijn afweer te organiseren en de bacteriën te elimineren.
Er bestaan verschillende types van antibiotica. Sommige zijn slechts actief tegen een beperkt aantal soorten bacteriën. Men noemt ze daarom smalspectrum antibiotica. In de mate van het mogelijke zal de arts deze antibiotica voorschrijven omdat ze slechts actief zijn tegen de schadelijke bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de infectie en niet tegen andere, nuttige of onschadelijke bacteriën.
Andere antibiotica hebben een bredere werking en zijn actief tegen meerdere bacteriën. Men noemt ze breedspectrum antibiotica. Soms zijn ze noodzakelijk omdat men de precieze ziekteverwekker niet kent of omdat er meerdere ziekteverwekkers in het spel zijn.

Resistentie   
Bacteriën, zoals alle levende organismen, veranderen in de loop van de tijd als reactie op uitdagingen in de omgeving. Door het wijdverbreide gebruik en misbruik van antibiotica (wanneer antibiotica niet volgens voorschrift worden ingenomen), worden bacteriën voortdurend blootgesteld aan deze geneesmiddelen. Hoewel veel bacteriën sterven als ze aan antibiotica worden blootgesteld, overleven sommige bacteriën als antibiotica niet op de juiste manier worden ingenomen en ontwikkelen ze resistentie tegen de werking van de medicijnen. Zo was Staphylococcus aureus (een veel voorkomende oorzaak van huidinfecties) 50 jaar geleden erg gevoelig voor penicilline. Maar na verloop van tijd ontwikkelden stammen van deze bacterie een enzym dat penicilline kon afbreken, waardoor het medicijn niet meer werkte. Onderzoekers reageerden hierop door een vorm van penicilline te ontwikkelen die het enzym niet kon afbreken, maar na een paar jaar pasten de bacteriën zich aan en werden resistent tegen deze aangepaste penicilline. Andere bacteriën hebben ook resistentie tegen antibiotica ontwikkeld.

Medisch onderzoek blijft medicijnen ontwikkelen om bacteriën te bestrijden. Maar mensen kunnen de ontwikkeling van resistentie bij bacteriën helpen voorkomen door:

  • te begrijpen dat antibiotica worden gebruikt om bacteriën te behandelen, niet virale infecties (zoals verkoudheid of griep), en dat artsen geen antibiotica voorschrijven voor deze virale infecties
  • antibiotica precies volgens voorschrift in te nemen, inclusief de juiste dosis, het aantal keren per dag en het aantal dagen (het is belangrijk om antibiotica het volledige aantal voorgeschreven dagen in te nemen, zelfs als iemand zich beter voelt)

Bij 'klassiekers' als keel- en oorontsteking win je hooguit één 1-2 dagen als er antibioticum wordt gebruikt. De nadelen (resistentie opbouwen) zijn dan groter dan de voordelen.

Welke soorten antibiotica zijn er?   
Er zijn veel soorten antibiotica. Elk antibioticum werkt tegen een andere bacterie of bacteriegroep. De keuze voor een antibioticum hangt dus af van welke bacterie(groep) je wil bestrijden. Op deze pagina worden verschillende soorten antibiotica besproken. Ook lees je hoe een arts de keuze voor een specifiek antibioticum maakt.

Smal- en breedspectrum antibiotica
Een eerste onderverdeling in soorten antibiotica is smal- en breedspectrum antibiotica. Smalspectrum antibiotica zijn specifiek geschikt voor infecties door een bepaalde groep bacteriën. Breedspectrum antibiotica werken op meer soorten bacteriën tegelijk. De voorkeur ligt bij het gebruik van smalspectrum antibiotica. Bij smalspectrum antibiotica raken minder onschuldige bacteriën beschadigd bij de behandeling van de ziekteverwekkende bacterie. Daarnaast hebben smalspectrum antibiotica minder bijwerkingen dan breedspectrum antibiotica. Smalspectrum antibiotica kunnen alleen worden voorgeschreven als bekend is welke bacterie de infectie veroorzaakt. Als de bacterie onbekend is, bieden breedspectrum antibiotica soms uitkomst. Het voordeel dat deze antibiotica tegen zoveel verschillende bacteriën werken, is direct ook het nadeel. De antibiotica tasten namelijk ook heel veel goede bacteriën aan. Door deze brede werking hebben breedspectrum antibiotica vaak bijwerkingen als diarree of spruw.

Een een onderverdeling in soorten antibiotica:
Klik voor groter formaat

Een overzicht van de ß-lactam antibiotica:
Klik voor groter formaat

Hoe maakt de arts de keuze voor een antibioticum?   
Elk antibioticum is alleen effectief tegen bepaalde soorten bacteriën. Bij het kiezen van een antibioticum om iemand met een infectie te behandelen, evalueren artsen welke bacteriën waarschijnlijk de oorzaak zijn. Sommige infecties worden bijvoorbeeld alleen veroorzaakt door bepaalde soorten bacteriën. Soms is één antibioticum voorspelbaar effectief tegen alle bacteriën die waarschijnlijk een infectie veroorzaken en zijn verdere tests niet nodig.

Als infecties kunnen worden veroorzaakt door veel verschillende soorten bacteriën of door bacteriën die niet voorspelbaar gevoelig zijn voor antibiotica, wordt een laboratorium gevraagd de infecterende bacteriën te identificeren aan de hand van bloed-, urine- of weefselmonsters van de persoon. De infecterende bacteriën worden vervolgens getest op gevoeligheid voor verschillende antibiotica. De resultaten van deze tests duren meestal een dag of twee en kunnen dus geen leidraad zijn voor de eerste antibioticakeuze als de infectie onmiddellijk behandeld moet worden. In dergelijke gevallen starten artsen de behandeling meestal met een antibioticum dat effectief is tegen de bacterie die de infectie hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt. Als de testresultaten terug zijn, veranderen artsen het antibioticum indien nodig.

Antibiotica die effectief zijn in het laboratorium werken niet noodzakelijkerwijs bij een geïnfecteerde persoon.
De effectiviteit van de behandeling hangt af van:

  • hoe goed het medicijn in de bloedbaan wordt opgenomen (voor medicijnen die via de mond worden ingenomen)
  • hoeveel van het geneesmiddel de infectiehaarden in het lichaam bereikt
  • hoe snel het lichaam het geneesmiddel elimineert

Deze factoren kunnen van persoon tot persoon verschillen, afhankelijk van andere medicijnen die worden ingenomen, andere aanwezige aandoeningen en de leeftijd van de persoon.
Bij het kiezen van een antibioticum houden artsen ook rekening met het volgende:

  • de aard en ernst van de infectie
  • de status van het immuunsysteem van de persoon (hoe goed het immuunsysteem de infectie kan helpen bestrijden)
  • de mogelijke bijwerkingen van het medicijn
  • de mogelijkheid van allergieën of andere ernstige reacties op het medicijn
  • de kosten van het medicijn

Artsen houden er ook rekening mee hoe moeilijk het voor mensen kan zijn om antibiotica de hele voorgeschreven tijd te nemen en de volledige kuur af te maken. Mensen kunnen het moeilijker vinden om de behandeling af te maken als het medicijn heel vaak of alleen op specifieke tijdstippen (zoals voor de maaltijd, tijdens de maaltijd of na de maaltijd) moet worden ingenomen.

Combinaties van antibiotica kunnen nodig zijn om het volgende te behandelen:

  • ernstige infecties, vooral tijdens de eerste dagen wanneer de gevoeligheid van de bacterie voor antibiotica niet bekend is
  • bepaalde infecties veroorzaakt door bacteriën die snel resistentie ontwikkelen tegen één antibioticum
  • infecties veroorzaakt door meer dan één type bacterie als elk type gevoelig is voor een ander antibioticum

Gramkleuring   
Voor een effectieve bestrijding is het van groot belang om te weten met welk (soort) bacterie je 'te maken hebt'. Een veel gebruikte methode daarvoor is gramkleuring. Dat is een methode om bacteriën te kleuren om ze onder een lichtmicroscoop zichtbaar te maken en als hulpmiddel bij het herkennen van soorten. Met behulp van gramkleuring vallen bacteriën uiteen in twee verschillend aankleurende groepen, die men  gramnegatief  (rood) of  grampositief  (blauwpaars) noemt. De methode is genoemd naar de uitvinder ervan, de Deense microbioloog Hans Christian Gram (1853-1938), die de techniek in 1884 ontwikkelde voor het onderscheiden van pneumokokken (Streptococcus pneumoniae) van Klebsiella pneumoniae.

Antibiotia nemen om infecties te voorkomen   
Antibiotica worden soms gebruikt om infecties te voorkomen (profylaxe genoemd). Profylactische antibiotica kunnen bijvoorbeeld worden gegeven aan:

  • mensen die zijn blootgesteld aan een persoon met meningitis om te voorkomen dat meningitis zich ontwikkelt
  • sommige mensen met abnormale of kunstmatige hartkleppen vóór tandheelkundige en chirurgische ingrepen om te voorkomen dat bacteriën de beschadigde of kunstmatige kleppen infecteren (door dergelijke ingrepen kunnen bacteriën het lichaam binnendringen)
  • mensen die een operatie ondergaan met een hoog risico op het introduceren van een infectie (zoals grote orthopedische of darmoperaties)

Om de ontwikkeling van antibioticaresistentie bij bacteriën en bijwerkingen bij mensen te voorkomen, geven artsen preventieve antibiotica meestal maar kort.

Antibiotica kunnen ook worden gegeven aan mensen met een verzwakt immuunsysteem, zoals mensen met leukemie, mensen die chemotherapie voor kanker krijgen of mensen met AIDS, omdat deze mensen extra gevoelig zijn voor ernstige infecties. Het kan zijn dat ze de antibiotica lange tijd moeten innemen.

Antibiotica tijdens zwangerschap en borstvoeding   
Over het algemeen worden antibiotica tijdens de zwangerschap alleen gebruikt als de voordelen van de behandeling opwegen tegen de risico's. Sommige antibiotica zijn veiliger dan andere. penicilline, cefalosporines en erytromycine behoren tot de veiligste antibiotica om tijdens de zwangerschap te gebruiken. Tetracyclinen worden niet gebruikt tijdens de zwangerschap.

De meeste antibiotica gaan in voldoende grote hoeveelheden over in de moedermelk om invloed te hebben op een baby die borstvoeding krijgt en kunnen soms niet worden gebruikt bij vrouwen die borstvoeding geven. Soms moet worden besloten om te stoppen met borstvoeding of om het geneesmiddel niet te gebruiken.

Als zich tijdens de zwangerschap of tijdens het geven van borstvoeding een infectie ontwikkelt, moeten vrouwen met hun arts praten over de voordelen en risico's van een behandeling.

Bijwerkingen   
Veel voorkomende bijwerkingen van antibiotica zijn:

  • maagklachten
  • darree
  • bij vrouwen, vaginale schimmelinfecties
  • gevoelig(er) voor zonlicht bij doxycycline

Sommige bijwerkingen zijn ernstiger en kunnen, afhankelijk van het antibioticum, de werking van de nieren, lever, beenmerg of andere organen aantasten. Soms worden bloedtesten gedaan om te bepalen of deze organen zijn aangetast.

Colitis, een ontsteking van de dikke darm (colon), ontwikkelt zich bij sommige mensen die antibiotica nemen, vooral cefalosporines, clindamycine, fluoroquinolones of penicilline. Deze vorm van colitis, Clostridioides difficile geïnduceerde colitis genoemd, is het gevolg van toxines die geproduceerd worden door de bacterie Clostridioides difficile (C. diff). Deze bacteriën zijn resistent tegen veel antibiotica en groeien ongecontroleerd in de darmen wanneer andere normale bacteriën in de darm worden gedood door de antibiotica. Colitis veroorzaakt door Clostridioides difficile kan moeilijk te behandelen zijn en kan levensbedreigend zijn, vooral bij oudere mensen.


Er zijn meerdere overzichten waarin beschreven staat welk antibiotum voor welke infectie aan te bevelen is.
Hieronder staan twee bekende.

Dit overzicht wordt veel gebruikt door jonge dokters, link.
Klik voor groter formaat


Het bekende zakkaartje van Dr. M.B. Ekkelenkamp en Dr. S.M.T. Vestjens (UMC Utrecht), link.Klik voor groter formaat.

Antibiotica
Type Geneesmiddel Gebruik Bijwerkingen
aminoglycosiden amikacine
gentamicine
neomycine
netilmicine
streptomycine
tobramycine
infecties veroorzaakte door gramnegatieve bacteriën, zoals Escherichia coli en Klebsiella gehoorverlies
duizeligheid
nierbeschadiging
azitromycine
carbapenems (thienamycinen) ertapenem
imipenem / cilastatine
meropenem
gangreen,
sepsis,
pneumonie,
buik- en urineweginfecties en (behalve ertapenem), pseudomonasinfecties
epileptische aanvallen
verwardheid
cefalosporinen, 1e gen. cefazoline
cefalexine
infecties van huid en weke delen
chirurgische profylaxe
maag-darmklachten en diarree
misselijkheid
allergische reacties
cefalosporinen, 2e gen. cefaclor
cefamandol
cefoxitine
cefuroxim
urosepsis,
luchtweg- en buikinfecties
maag-darmklachten en diarree,
misselijkheid
allergische reacties
cefalosporinen, 3e gen. cefixim
cefotaxim
cefpodoxim
ceftazidim
ceftibuten
ceftizoxim
ceftraixon
ernstige, vaak in het ziekenhuis opgelopen, infecties maag-darmklachten en diarree,
misselijkheid
allergische reacties
cefalosporinen, 4e gen. cefepim in Nederland vrijwel niet toegepast maag-darmklachten en diarree,
misselijkheid,
allergische reacties
ciprofloxacine
claritromycine
clindamycine
erythromycine
flucloxacilline
fusidinezuur
macroliden azitromycine
claritromycine
erytromycine
vervangt penicilline bij penicillineovergevoeligheid,
luchtweginfecties,
mycoplasma-infecties
misselijkheid, overgeven en diarree (vooral bij hogere dosis),
geelzucht
metronidazol trichomonas
monobactams aztreonam infecties veroorzaakt door gramnegatieve bacteriën allergische reacties
nitrofurantoïne`
penicilline amoxicilline
ampicilline
cloxacilline
penicilline g
penicillene v
piperacilline
ticarcilline
breed scala aan infecties, penicilline gebruikt bij streptokokkeninfecties, syfilis en ziekte van Lyme misselijkheid, overgeven en diarree,
allergie met ernstige anafylactische reacties,
hersen- en nier beschadigingen (zeldzaam)
polypeptiden bacitracine
colistine
polymyxine b
oor-, oog- of blaasinfecties, meestal direct op de huid of het oog toegepast, in zeldzame gevallen toediening door injectie nier- en zenuwbeschadiging (bij toediening door injecties)
quinolonen ciprofloxacine
levofloxacine
moxifloxacine
norfloxacine
ofloxacine
urineweginfecties, bacteriële prostatitis, bacteriële diarree, gonorroe misselijkheid (zeldzaam)
nervositeir, tremoren, epileptische aanvallen, ontsteking of scheuring van pezen
sulfonamiden sulfamethizol
sulfasalazine
trimethoprimsulfamethoxazol (co-trimoxazol)
urineweginfecties (behalve sulfasalazine, sulfacetamide) misselijkheid, overgeven en diarree
allergie (waaronder huiduitslag),
kristallen in urine (zeldzaam),
afname van aantal witte bloedcellen,
gevoeligheid voor zonlicht
Tetracyclinen doxycycline
minocycline
oxytetracycline
tetracycline
syfilis
chlamydia-infecties
ziekte van Lyme
mycoplasma-infecties
rickettsia-infecties
maag-darmklachten
gevoeligheid voor zonlicht,
verkleuring van tanden
potentiële toxiteit voor moeder en foetus tijdens zwangerschap
tinidazol trichomonas
trimethoprim


Bronnen:

  • Beers, Marc H. (red.), 2005, 2e druk. Merck Manual Medisch Handboek. Bohn Stafleu van Loghum. 1970 blz. ISBN 978-90-313-4300-5.  blz.1128-1133
  • Wolffers, Ivan. 2005. Medicijnen 2006-2007. Klachten, ziekten, behandeling en medicatie. 1028 blz. Uitg.Contact. ISBN 978-90-254-2604-0
  • Thuisarts
  • Wiki Nederlandstalig
  • Wiki Engelstalig
  • Lees veel meer

Laatste wijziging: 30 november 202 Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek

  Einde van de pagina