Zie ook hartklepafwijkingen. Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals. Wat is het?
Bij de meeste kinderen met pulmonaalklepstenose is de klep licht tot matig vernauwd, waardoor de rechterhartkamer iets harder en met een hogere druk pompt om het bloed door de klep te stuwen. Ernstige vernauwing verhoogt de druk in de rechterhartkamer en kan de hoeveelheid bloed die de longen kan bereiken, beperken. Wanneer de druk in de rechterventrikel extreem hoog wordt, kan de klep die naar de rechterventrikel leidt gaan lekken, waardoor zuurstofarm bloed terug in de rechterboezem wordt geperst en vervolgens, via een gat in de atriumwand (atriumseptumdefect), shunting van rechts naar links veroorzaakt. Bij rechts-naar-links shunting mengt het zuurstofarme bloed van de rechterkant van het hart zich met het zuurstofrijke bloed dat van de linkerkant van het hart naar de rest van het lichaam wordt gepompt. Hoe meer zuurstofarm bloed (dat blauw is) er naar het lichaam stroomt, hoe blauwer het lichaam eruit ziet. Symptomen Diagnose
Artsen vermoeden vaak dat er sprake is van pulmonale stenose als zij bij het luisteren met een stethoscoop een bepaald soort hartruis horen. Een hartruis is een geluid dat ontstaat door een turbulente bloedstroom door vernauwde of lekkende hartkleppen of door abnormale hartstructuren. Echocardiografie (echografie van het hart) bevestigt de diagnose. Elektrocardiografie (ECG) en röntgenfoto's van de borst worden doorgaans gemaakt. De resultaten zijn meestal normaal, maar soms toont het ECG een verdikking van de rechterkant van het hart. Behandeling
De behandeling hangt af van de ernst van de symptomen van de zuigeling. Ernstige ziekte die cyanose bij pasgeborenen veroorzaakt, wordt behandeld door een prostaglandine via een ader (intraveneus) toe te dienen. De prostaglandine houdt de ductus arteriosus open en stuurt zo extra bloed naar de longen om het zuurstofgehalte in het bloed van de zuigeling te verhogen. Dit geneesmiddel wordt gewoonlijk toegediend totdat de klep kan worden gerepareerd met een ballonvalvuloplastie of een chirurgische ingreep. Bij ballonvalvuloplastie wordt een dun slangetje (katheter) met een ballonnetje aan het uiteinde via een bloedvat in de arm of het been naar de vernauwde klep gebracht. De ballon wordt opgeblazen en gebruikt om de vernauwde opening van de klep wijder te maken. Artsen doen meestal ook een ballonvalvuloplastie bij zuigelingen die geen cyanose hebben, als de klep matig of ernstig vernauwd is Als de klep erg klein of sterk verdikt is, kan ballonvalvuloplastie niet voldoende zijn. In dat geval wordt de pulmonale klep met een operatie geopend of gereconstrueerd. Kinderen hoeven geen antibiotica te slikken voor een bezoek aan de tandarts of een operatie. Bronnen:
|