|
Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
Wat is het?
Een zenuw is een bundel zenuwvezels van veel zenuwcellen. De vezels zijn gebundeld voor stevigheid en bescherming tegen letsel.
- je zenuwen zijn als signaaldraden
- zenuwen sturen berichten heen en weer tussen je hersenen of ruggenmerg en je lichaam
- de berichten van de hersenen vertellen je lichaam wat het moet doen
- lichaamsberichten laten je hersenen weten wat er in je lichaam gebeurt
- wanneer zenuwen naar een deel van je lichaam gewond zijn of niet werken, kan het zijn dat je dat deel van je lichaam niet kunt bewegen of voelen.
|
Hoe werken zenuwen?
Er zijn miljarden en miljarden zenuwcellen in je hersenen, je ruggenmerg en in groepen net buiten je ruggenmerg.
Elke zenuwcel heeft een microscopisch klein lichaam:
- het lichaam van de zenuwcel is verantwoordelijk voor het verwerken van voedingsstoffen en het in leven houden van de cel.
Elk zenuwcellichaam heeft vezels die er van en naar toe gaan:
- ingangsvezels ontvangen signalen van andere zenuwcellen of van receptoren in je zintuigen
- uitgaande vezels sturen signalen naar andere zenuwen, spieren of andere organen.
- signalen gaan maar één kant op in een zenuwcel
Soms zijn zenuwvezels tientallen centimeters lang. Een enkele zenuwvezel kan bijvoorbeeld van vlakbij je ruggenmerg helemaal naar je teen lopen. Sommige zenuwvezels die naar je huid of organen lopen, hebben sensorische receptoren. De receptoren aan het uiteinde van zenuwvezels in je huid detecteren bijvoorbeeld dingen die scherp of heet zijn.
Omdat elke individuele zenuwvezel heel klein is, zijn de vezels gebundeld voor stevigheid. Grote vezels verlaten je
ruggenmerg en splitsen zich als de takken van een boom
om naar alle verschillende delen van je lichaam te gaan. Verschillende zenuwen dragen signalen van en naar een specifiek deel van je lichaam.
Hoewel zenuwvezels en hun signalen veel lijken op een draad die elektrische signalen vervoert, klopt dat niet helemaal. Zenuwcellen sturen hun signalen in werkelijkheid door middel van chemische stoffen.
- chemische veranderingen vinden geleidelijk plaats over de lengte van een zenuwvezel.
- deze veranderingen gaan snel, maar lang niet zo snel als elektriciteit
- wanneer de chemische veranderingen het einde van de zenuwvezel bereiken, laten ze andere chemische stoffen vrij die neurotransmitters worden genoemd
- de neurotransmitters drijven over een microscopisch kleine opening waar ze de chemische receptoren van een andere cel raken
- de neurotransmitters triggeren chemische veranderingen in die andere cel
- als die cel een zenuwcel is, gaan de progressieve chemische veranderingen verder langs de vezels van die cel om het signaal door te geven
Om ervoor te zorgen dat de chemische signalen zich snel verplaatsen, zijn zenuwvezels omgeven door een vetlaag die myelineschede wordt genoemd. Als de myelineschede beschadigd is, worden berichten niet of langzamer doorgegeven langs de zenuwen.
Wat kan er misgaan met zenuwen?
Veel problemen kunnen de zenuwen aantasten:
- verwondingen kunnen zenuwen doorsnijden of beschadigen
- druk op een zenuw, zoals bij carpaal tunnel syndroom, kan ervoor zorgen dat de zenuw niet goed werkt
- ziekten die de myelineschede beschadigen, zoals multiple sclerose, zorgen ervoor dat berichten niet goed worden doorgegeven
- ziekten zoals diabetes en een slechte bloedsomloop kunnen zenuwvezels beschadigen
- zenuwvezels kunnen ontstoken raken door auto-immuunziekten, zoals het Guillain-Barré syndroom
- bepaalde medicijnen en giffen beschadigen zenuwvezels
Als zenuwcellen eenmaal afsterven, kunnen ze niet meer aangroeien. Maar als het lichaam van de zenuwcel niet beschadigd is, groeien zenuwvezels soms langzaam terug. Artsen kunnen soms doorgesneden zenuwen weer aan elkaar naaien en aan het werk krijgen. Schade aan de myelineschede is meestal blijvend.
Een zenuwvezel isoleren De meeste zenuwvezels in en buiten de hersenen zijn omgeven door vele lagen weefsel die bestaan uit een vet (lipoproteïne) dat myeline wordt genoemd. Deze lagen vormen de myelineschede. Net als de isolatie rond een elektrische draad zorgt de myelineschede ervoor dat zenuwsignalen (elektrische impulsen) snel en nauwkeurig langs de zenuwvezel worden geleid. Wanneer de myelineschede beschadigd is (demyelinisatie genoemd), geleiden zenuwen de elektrische impulsen niet normaal. |
|
Bronnen:
|