Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
De slokdarm is het lange, buisvormige orgaan dat de mond met de maag verbindt. Bij oesofageale atresie is de slokdarm vernauwd of ontwikkelt zich tot twee afzonderlijke delen die niet met elkaar verbonden zijn (atresie). Door de afwijking wordt de doorgang van voedsel en vocht van de slokdarm naar de maag vertraagd of verhinderd. De luchtpijp (trachea) is de belangrijkste luchtweg naar de longen. Normaal gesproken zijn de slokdarm en de luchtpijp gescheiden. Bij een tracheo-oesofageale fistel ontstaat er echter een abnormale verbinding (fistel) tussen de slokdarm en de luchtpijp. Door de afwijking komen voedsel en vocht in de luchtpijp en de longen terecht. Oesofageale atresie en tracheo-oesofageale fistel komen vaak samen voor. Artsen weten niet wat de oorzaak is van oesofageale atresie en tracheo-oesofageale fistel, maar veel kinderen met deze aangeboren afwijkingen hebben andere afwijkingen, zoals afwijkingen aan de wervelkolom, het hart, de nieren, de geslachtsorganen, de oren en de ledematen, en een achterstand in de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling, of beide. (Zie ook Overzicht van aangeboren afwijkingen in het spijsverteringskanaal.)
Symptomen Een tracheo-oesofageale fistel is gevaarlijk omdat ingeslikt voedsel en speeksel door de fistel naar de longen kunnen reizen, wat kan leiden tot hoesten, verslikken, ademhalingsproblemen en mogelijk aspiratiepneumonie (door het inademen van voedsel of speeksel). Voedsel of vocht in de longen kan de zuurstofvoorziening van het bloed belemmeren, wat leidt tot een blauwachtige verkleuring van de huid (cyanose). Diagnose
Artsen kunnen oesofageale atresie en tracheo-oesofageale fistel vóór de geboorte vermoeden op basis van de resultaten van prenatale echografie of na de geboorte op basis van symptomen. Als artsen deze afwijkingen na de geboorte vermoeden, proberen ze een buisje in de slokdarm van de baby te plaatsen. Als de doorgang van het buisje geblokkeerd is, maken ze röntgenfoto's om de diagnose te bevestigen en het probleem te lokaliseren. Behandeling
Voordat een operatie kan worden uitgevoerd om de afwijkingen te herstellen, worden er voorbereidingen getroffen om complicaties zoals aspiratiepneumonie te voorkomen. Eerst wordt de voeding via de mond stopgezet en wordt er een buisje in het bovenste deel van de slokdarm geplaatst om continu speeksel af te zuigen voordat het de longen bereikt. Vervolgens wordt de baby intraveneus (veneus) gevoed. Een operatie moet kort na de geboorte worden uitgevoerd om een ??normale verbinding tussen de slokdarm en de maag tot stand te brengen en de fistel te sluiten. Na de operatie kunnen zich complicaties voordoen. Lekkage en littekenweefsel op de plaats waar de slokdarm weer is aangesloten, zijn de meest voorkomende problemen. Veel kinderen hebben voedingsproblemen. Ongeveer de helft van de kinderen met voedingsproblemen ontwikkelt gastro-oesofageale reflux (het terugstromen van voedsel en zuur vanuit de maag naar de slokdarm). Daarom kunnen artsen medicijnen voorschrijven die maagzuur onderdrukken bij pasgeborenen met oesofageale atresie. Als de medicijnen de reflux niet onder controle krijgen, wordt een fundoplicatie uitgevoerd. Bij fundoplicatie wikkelt de chirurg de bovenkant van de maag om het onderste uiteinde van de slokdarm om die verbinding strakker te maken en reflux te verminderen. Bronnen:
|