Aangeboren defecten aan de urineleider meer kinderen  

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Let op:  in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.

Wat is het?
Urineleiders zijn de buizen die urine vervoeren van de nieren (de 2 organen die afvalstoffen uit het bloed filteren om urine te maken) naar de blaas (de uitzetbare, gespierde zak die urine vasthoudt). Mensen hebben normaal gesproken 2 urineleiders. De ene urineleider verbindt de linkernier met de blaas en de andere de rechternier met de blaas.

(Zie ook Overzicht van aangeboren afwijkingen aan de nieren en urinewegen).

Een kijkje in de urinewegen

Complicaties van geboorteafwijkingen van de urineleiders
Er zijn veel soorten aangeboren afwijkingen aan de urineleiders. Veel van deze afwijkingen:

  • blokkeren of vertragen de urinestroom
  • staan toe dat urine terugstroomt van de blaas naar de nieren (urinaire reflux)

Een afwijking aan de urineleider die de urinestroom blokkeert of vertraagt, kan ertoe leiden dat de urine stagneert, wat kan resulteren in urineweginfecties (UTI's) of de vorming van nierstenen. Een geblokkeerde urinestroom kan ook de druk in de nieren verhogen en deze na verloop van tijd beschadigen.

Urinaire reflux treedt meestal op wanneer er een defect is aan de verbinding tussen de urineleider en de blaas. Normaal gesproken kan de urine door deze verbinding maar in één richting stromen, van de nieren naar de blaas. Door defecten aan de verbinding kan de urine terugstromen van de blaas naar de nier (urinaire reflux). Reflux kan één kant of beide kanten treffen.

Urinaire reflux en/of frequente infecties kunnen de nieren en urineleiders na verloop van tijd beschadigen. Schade aan de nieren kan leiden tot hoge bloeddruk en in zeldzame gevallen tot nierfalen.

   Soorten geboorteafwijkingen van de urineleiders   

Afwijkingen van de urineleiders zijn onder andere:

  • extra urineleiders (duplicatieafwijkingen)
  • vernauwde of verbrede urineleiders
  • verkeerd geplaatste urineleiders
  • uitpuilen van het onderste uiteinde van de urineleider in de blaas (ureterocèle)

Veel kinderen hebben ook aangeboren afwijkingen aan de nieren.

Extra urineleiders
Soms splitsen of dupliceren de urineleiders zich tijdens de vorming van de foetus, waardoor er 2 urineleiders uit één nier komen. Meestal komen de 2 urineleiders in de blaas (volledige duplicatie), maar soms komen de 2 urineleiders samen voordat ze in de blaas komen (gedeeltelijke duplicatie).

Veel kinderen met dubbele urineleiders hebben geen klachten. Soms zijn de verbindingen tussen de gedupliceerde urineleiders en de blaas echter abnormaal. Sommige abnormale verbindingen blokkeren de urinestroom. Andere abnormale verbindingen zorgen ervoor dat de urine terugstroomt van de blaas naar de nieren (urinaire reflux). Beide soorten abnormale verbindingen verhogen het risico op infecties en nierschade en kunnen een operatie vereisen.

Minder vaak zit de gedupliceerde urineleider vast aan een gebied buiten de blaas. Bij meisjes kan de urineleider in de vagina terechtkomen in plaats van in de blaas, waardoor er voortdurend urine uit de vagina druppelt. Bij jongens kan de urineleider in delen van het mannelijke voortplantingssysteem terechtkomen, zoals de zaadleiders, zaadblaasjes of ejaculatiekanalen. Jongens lekken geen urine maar kunnen terugkerende infecties van het aangetaste orgaan hebben.

Vernauwde of verwijde urineleiders
Een vernauwde urineleider verhindert een normale urinestraal van de nier naar de blaas. Vernauwing treedt meestal op waar de urineleider bij de nier uitkomt of waar de urineleider bij de blaas uitkomt. Vernauwde urineleiders blokkeren de urinestroom, waardoor het risico op infecties, nierstenen en nierschade toeneemt. Vernauwingen worden meestal minder naarmate kinderen groeien.

Een verwijde urineleider kan het gevolg zijn van een afwijking van de urineleider zelf of van een verstopping van de blaas. Verbrede urineleiders kunnen ervoor zorgen dat urine terugstroomt van de blaas naar de nieren (urinaire reflux), waardoor het risico op infecties en nierschade toeneemt.

Verkeerd geplaatste urineleiders
Een verkeerd geplaatste urineleider komt niet goed in de blaas terecht, waardoor urine vanuit de blaas terug in de nieren kan stromen (urinaire reflux), wat het risico op infecties en nierschade verhoogt.

Ureterocèles
Een ureterocele is een uitstulping van het onderste uiteinde van de urineleider in de blaas. Ze kunnen invloed hebben op de afvoer van de urineleider. Als ureterocelen de urinestroom blokkeren, verhogen ze het risico op infecties, nierstenen en nierschade.

   Diagnose   

  • prenatale echografie
  • cystourethrografie van de urinelozing

Voor de geboorte worden afwijkingen aan de urineleiders vaak ontdekt door artsen tijdens een prenatale echografie.

Als artsen na de geboorte afwijkingen aan de urineleiders vermoeden, maken ze een echografie van de nieren, urineleiders en blaas voor en nadat het kind heeft geplast. Daarna doen ze een test die voiding cystourethrography (VCUG) wordt genoemd. Voor een cystourethrografie wordt een katheter door de urinebuis in de blaas gebracht, een vloeistof die zichtbaar is op röntgenfoto's (contrastmiddel) wordt door de katheter ingebracht en er worden röntgenfoto's gemaakt voor, tijdens en nadat het kind heeft geplast. Er kan ook MRI (Magnetic Resonance Imaging) worden gemaakt.

   Behandeling   

  • soms preventieve (profylactische) antibiotica
  • soms chirurgische ingrepen

De behandeling hangt af van de specifieke aangeboren afwijking en ook van de ernst van de complicaties.

Kinderen die weinig symptomen en geen complicaties hebben, hebben meestal geen behandeling nodig.

Kinderen met frequente urineweginfecties en/of tekenen van nierschade hebben meestal wel behandeling nodig.

Als de symptomen niet te ernstig zijn, geven artsen kinderen soms dagelijks preventieve antibiotica om infecties te voorkomen en tijd te geven om te zien of de afwijking zichzelf corrigeert als het kind groeit.

Kinderen met ernstiger symptomen hebben meestal een operatie nodig om het probleem te verhelpen en ervoor te zorgen dat de urine goed wordt afgevoerd.


Bronnen:


  Einde van de pagina