Abnormaal hartweefsel vernietigen (ablatie) meer hart en bloedvaten  

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Er zijn veel oorzaken voor abnormale hartritmes (ritmestoornissen). Sommige ritmestoornissen zijn onschuldig en hoeven niet behandeld te worden. Soms stoppen ritmestoornissen vanzelf of door veranderingen in de levensstijl, zoals het vermijden van alcohol, cafeïne (in dranken en voedingsmiddelen) en roken. Andere ritmestoornissen zijn gevaarlijk of hinderlijk genoeg om behandeld te moeten worden. Ablatie is één type behandeling. Andere behandelingen voor ritmestoornissen zijn het inbrengen van een pacemaker of een implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD), cardioversie-defibrillatie of het gebruik van antiaritmica.

Bepaalde typen ritmestoornissen zijn te wijten aan een gelokaliseerd abnormaal gebied in het elektrische systeem van het hart. Door dat gebied te vernietigen of te verwijderen (ablatie) kan de ritmestoornis soms verdwijnen.

Meestal wordt het abnormale gebied vernietigd door radiofrequente ablatie (toediening van energie met een specifieke frequentie via een katheter met een kleine elektrode aan het uiteinde die in het hart wordt ingebracht). Ablatie kan ook worden gedaan door weefsel te bevriezen (cryoablatie genoemd), weefsel te vernietigen met een laser (laserablatie) of door korte uitbarstingen van elektrische hoogspanning toe te dienen (gepulseerde elektrische veldablatie genoemd).

Minder vaak wordt het gebied vernietigd of verwijderd tijdens een open hartoperatie. Soms is een operatie nodig omdat ablatie met een katheter niet effectief was. Andere keren wordt een operatie gebruikt omdat mensen om een andere reden een hartoperatie moeten ondergaan, zoals het vervangen van een hartklep.

Voordat ablatie kan worden uitgevoerd, doen artsen elektrofysiologisch onderzoek om het precieze gebied te identificeren dat moet worden vernietigd of verwijderd.

Het succes van ablatie verschilt per ritmestoornis, variërend van 60 tot 80% voor moeilijkere ritmestoornissen atriale tachycardie (=boezemfibrilleren) en ventrikeltachycardie) tot 90 tot 95% voor ritmestoornissen die beter reageren (supraventriculaire tachycardie). De procedure duurt enkele uren en de persoon kan vaak dezelfde dag nog naar huis.


Bronnen:

Laatste wijziging: 02 december 2023 Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek

  Einde van de pagina