Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Aneurysmatische botcysten Aneurysmale botcysten ontwikkelen zich meestal voor de leeftijd van 25 jaar en de oorzaak is niet bekend. Deze cysten bestaan uit meerdere met bloed gevulde zakjes die op elkaar gepakt zitten. Deze cysten komen meestal voor aan de binnenkant van de lange botten (bovenarm en dijbeenderen), maar bijna elk bot kan aangetast worden. De cysten groeien meestal langzaam. Pijn en zwelling komen vaak voor. De cyste kan enkele weken tot een jaar aanwezig zijn voordat de diagnose wordt gesteld. Om aneurysmatische botcysten te diagnosticeren, maken artsen röntgenfoto's en magnetische resonantiebeeldvorming (MRI-scan). Artsen nemen ook een weefselmonster weg voor onderzoek onder een microscoop (biopsie). Chirurgische verwijdering van de volledige cyste is de meest succesvolle behandeling, maar soms komen de cysten terug, vooral als ze niet volledig worden verwijderd. Een aneurysmatische botcyste kan ook geïnjecteerd worden met doxycycline (een antibioticum), albumine en lucht dat een injecteerbaar schuim vormt. Er kunnen meer dan één of twee injecties nodig zijn. Andere formuleringen die alcohol bevatten zijn ook gebruikt. Bestraling moet indien mogelijk worden vermeden omdat kankergezwellen zich soms later ontwikkelen. Bestraling kan echter de voorkeursbehandeling zijn voor cysten in de wervelkolom die niet operatief of met injecties behandeld kunnen worden en die druk uitoefenen op het ruggenmerg. Eenkamerige botcysten (eenvoudige botcysten) Eenkamerige botcysten komen bij kinderen voor in de buurt van de groeischijven in de armen of benen. Groeischijven zorgen ervoor dat kinderen kunnen groeien. De cysten zorgen er vaak voor dat nabijgelegen botten dunner worden, wat kan leiden tot een breuk (fractuur). Cysten die minder dan 5 centimeter lang of breed zijn, kunnen genezen en verdwijnen als de breuk geneest. Cysten die meer dan 5 centimeter lang of breed zijn, vooral bij kinderen, moeten mogelijk behandeld worden. Een betere voorspeller van het risico op een fractuur is echter een cyste die groter is dan 85% van de diameter van het bot of een benig omhulsel van minder dan 0,5 millimeter. Artsen maken röntgenfoto's om de diagnose van een eenkamerbotcyste te stellen. Meestal zijn röntgenfoto's voldoende om de diagnose te stellen, maar soms worden andere beeldtests gedaan, zoals MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) of soms CT-scan (Computed Tomography). Deze cysten worden vaak behandeld met injecties met corticosteroïden (vaak herhaaldelijk), met bewerkte botplamuur of met synthetische botvervangers. Soms bestaat de behandeling uit een operatie om de inhoud van de cyste uit het bot te verwijderen door het weg te schrapen met een schepvormig instrument (curettage) en transplantatie van bot van de ene plaats naar de andere (bottransplantatie) of gebruik van bewerkt bot van een andere persoon (allograft). Ongeacht de behandeling blijft de cyste bij ongeveer 10 tot 15% van de mensen bestaan of komt hij terug. Bronnen:
|