|
tabel delirium t.o.v. dementie tabel delirium t.o.v. psychose
Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de 'Spotlights on Ageing: Delirium' uit de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
Wat is het?
Een delier is een plotselinge, wisselende en meestal omkeerbare verstoring van het geestelijk functioneren. Het wordt gekenmerkt door een onvermogen om op te letten,
desoriëntatie, een onvermogen om helder te denken, en schommelingen in het niveau van alertheid (bewustzijn).
Een delier komt vaker voor bij oudere mensen. Het is een veel voorkomende reden dat familieleden van oudere mensen hulp zoeken bij een arts of in een ziekenhuis.
Ongeveer 15 tot 50% van de ouderen krijgt op enig moment tijdens een ziekenhuisopname een delier.
Oorzaak
Bij ouderen kan een delier het gevolg zijn van elke aandoening die bij jongeren een delier veroorzaakt. Maar het kan ook het gevolg zijn van minder ernstige aandoeningen, zoals de volgende:
- uitdroging
- een aandoening die normaal gesproken geen invloed heeft op het denken, zoals een urineweginfectie, griep, of een tekort aan thiamine of een tekort aan vitamine B12
- pijn
- het ophouden van urine of ernstige constipatie
- zintuiglijke deprivatie, zoals kan optreden wanneer mensen sociaal geïsoleerd zijn of hun bril of gehoorapparaat niet dragen
- slaapgebrek
- stress (van welke aard dan ook)
- gebruik van een blaaskatheter (een dun slangetje dat wordt gebruikt om urine uit de blaas af te voeren)
Bepaalde leeftijdsgebonden veranderingen maken oudere mensen vatbaarder voor het ontwikkelen van een delier. Deze veranderingen zijn onder meer:
- een verhoogde gevoeligheid voor drugs
- veranderingen in de hersenen
- de aanwezigheid van aandoeningen die het risico op een delier vergroten
Drugs: Oudere mensen zijn veel gevoeliger voor veel geneesmiddelen. Bij ouderen zijn medicijnen die de werking van de hersenen beïnvloeden, zoals kalmerende middelen, de meest voorkomende oorzaak van een delier. Maar ook geneesmiddelen die de hersenfunctie niet beïnvloeden, waaronder veel vrij verkrijgbare geneesmiddelen (vooral antihistaminica), kunnen een delier veroorzaken. Oudere mensen zijn gevoeliger voor de anticholinerge effecten die veel van deze geneesmiddelen hebben. Een van deze effecten is verwardheid.
Leeftijdsgebonden veranderingen in de hersenen: Een delier komt vaker voor bij oudere mensen, deels omdat bepaalde leeftijdsgebonden veranderingen in de hersenen hen vatbaarder maken. Ouderen hebben bijvoorbeeld minder hersencellen en een lager acetylcholinegehalte - een stof die ervoor zorgt dat hersencellen met elkaar kunnen communiceren. Elke stress (door een medicijn, aandoening of situatie) die het acetylcholineniveau verder doet dalen, kan het functioneren van de hersenen bemoeilijken. Bij oudere mensen kan dergelijke stress dus een delier veroorzaken.
Andere aandoeningen: Oudere mensen hebben ook meer kans op andere aandoeningen die hen vatbaarder maken voor een delier, zoals de volgende:
Delirium is vaak het eerste teken van een andere, soms ernstige aandoening. Zo kan het eerste symptoom bij oudere mensen met COVID-19 een delier zijn, soms zonder dat er andere symptomen van COVID-19 zijn.
Symptomen
Een delier heeft de neiging langer aan te houden bij oudere mensen.
Verwarring, het meest voor de hand liggende symptoom, kan bij oudere mensen moeilijker te herkennen zijn. Jongere mensen met een delier kunnen geagiteerd zijn, maar zeer oude mensen worden vaak stil en teruggetrokken. In die gevallen is het nog moeilijker om een delier te herkennen.
Het hebben van een delier verhoogt ook het risico dat oudere mensen met COVID-19 op een intensive care afdeling (ICU) moeten verblijven, na ontslag uit het ziekenhuis naar een revalidatiecentrum moeten en/of overlijden.
Als zich psychotisch gedrag ontwikkelt bij ouderen, wijst dat meestal op een delier of dementie. Een psychose als gevolg van een psychiatrische stoornis begint zelden op oudere leeftijd.
Oudere mensen hebben vaker dementie, waardoor een delier moeilijker te herkennen is. Beide veroorzaken verwarring. Artsen proberen de twee van elkaar te onderscheiden door vast te stellen hoe snel de verwardheid is ontstaan en wat de eerdere mentale functie van de persoon was. Artsen stellen de persoon ook een reeks vragen die verschillende aspecten van het denken testen (onderzoek van de mentale status). Artsen behandelen mensen van wie de mentale functie plotseling verslechtert - zelfs als ze dementie hebben - meestal alsof ze een delirium hebben, totdat het tegendeel bewezen is. Het hebben van dementie verhoogt het risico op het ontwikkelen van een delier, en sommige mensen hebben beide.
Behandeling
Een delier en de ziekenhuisopname die er meestal voor nodig is, kunnen veel andere problemen veroorzaken, zoals ondervoeding, uitdroging en doorligwonden. Deze problemen kunnen ernstige gevolgen hebben bij oudere mensen. Ouderen kunnen daarom baat hebben bij behandeling door een interdisciplinair team, dat bestaat uit een arts, fysio- en ergotherapeuten, verpleegkundigen en maatschappelijk werkers.
Preventie
Om een delier bij een oudere tijdens een ziekenhuisverblijf te helpen voorkomen, kunnen familieleden het ziekenhuispersoneel om hulp vragen door het volgende te doen:
- de persoon aanmoedigen om regelmatig te bewegen
- een klok en kalender in de kamer plaatsen
- de onderbrekingen en geluiden gedurende de nacht tot een minimum beperken
- ervoor zorgen dat de persoon genoeg eet en drinkt
Familieleden kunnen op bezoek komen en met de persoon praten en zo helpen de persoon bij de les te houden. Mensen met een delier kunnen angstig zijn, en de vertrouwde stem van een familielid kan een kalmerend effect hebben.
Vergelijking van delirium en dementie |
Kenmerk |
Delier |
Dementie |
ontwikkeling |
plotseling, met een duidelijk beginpunt |
langzaam en geleidelijk, met een vaag beginpunt |
duur |
enkele dagen tot weken, maar kan blijvend zijn |
meestal blijvend |
aanwezigheid van andere aandoeningen of lichamelijke problemen |
bijna altijd aanwezig; kan een ernstige ziekte, middelengebruik of ontwenning of een stofwisselingsprobleem zijn |
mogelijk geen |
oorzaak |
bijna altijd een andere aandoening, zoals een infectie, uitdroging of gebruik of ontwenning van bepaalde geneesmiddelen |
meestal een chronische hersenaandoening, zoals de ziekte van Alzheimer, Lewy-body-dementie (met vergelijkbare symptomen als de ziekte van Parkinson) of vasculaire dementie (multi-infarctdementie, veroorzaakt door een cerebrovasculair accident) |
's nachts |
bijna altijd erger |
vaak erger |
aandacht, bewustzijnsniveau, concentratievermogen |
sterk verminderd, fluctueert tussen lethargie en onrust |
normaal tot de dementie zeer ernstig is |
alertheid |
schommelt tussen traag en alert |
normaal |
oriëntatie in tijd en plaats |
varieert |
gestoord |
taalgebruik |
langzaam, vaak onsamenhangend en niet ter zake doende |
soms moeite met het juiste woord te vinden |
geheugen |
varieert, vaak chaotische en verwartd |
geheugenverlies, vooral wat betreft recente gebeurtenissen |
aandacht / geheugen |
delier tast vooral de aandacht aan |
dementie tast vooral het geheugen aan |
noodzaak medische zorg |
onmiddellijk |
noodzakelijk, maar minder dringend |
Delirium of Psychose? |
Veel voorkomende aanwijzingen voor delirium |
Veel voorkomende aanwijzingen voor een psychose als gevolg van een psychische aandoening |
verwardheid over huidige tijd, datum, plaats of identiteit |
meestal bewustzijn van tijd, datum, plaats en identiteit |
moeite met concentratie |
behoud van concentratievermogen |
verlies van kortetermijngeheugen |
behoud van kortetermijngeheugen |
niet in staat tot logisch nadenken |
|
niet in staat om eenvoudige berekeningen te maken |
behoud van rekenvaardigheid |
de wijze waarop persoon door zaken in beslag wordt genomen is vaak inconsistent |
de wijze waarop persoon door zaken in beslag wordt genomen is vaak onveranderlijk en wel consistent |
eventuele hallucinaties voornamelijk visueel of de tastzin betreffend |
eventuele hallucinaties voornamelijk auditief (indrukken m.b.v. gehoor) |
koorts of andere aanwijzingen van infectie |
voorgeschiedenis van psychiatrische stoornissen |
bewijzen van recent middelengebruik |
niet per se sprake van middelengebruik |
tremor (onwillekeurige ritmische bewegingen) |
gewoonlijk geen tremor |
Bronnen:
- Merck Manual, professional version
- Merck Manual, consumer version
- Beers, Marc H. (red.), 2005, 2e druk. Merck Manual Medisch Handboek. Bohn Stafleu van Loghum. 1970 blz. ISBN 978-90-313-4300-5. blz.481-485
- Beers, Marc H. (red.), 2008, 1e druk. Merck Manual Leeftijd & Gezondheid. Over gezond ouder worden. Bohn Stafleu van Loghum. 926 blz. ISBN 978-90-313-4758-2. blz.281-284, 285-291
- Thuisarts
- Wiki Nederlandstalig
- Wiki Engelstalig
|