Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals. Wat is het?
Polyarteritis nodosa ontwikkelt zich meestal op middelbare leeftijd, meestal als mensen in de 50 zijn, maar het kan op elke leeftijd voorkomen. Het komt zelden voor. De oorzaak van polyarteritis nodosa is onbekend, maar het lijkt soms te worden uitgelokt door bepaalde virale infecties (zoals Hepatitis B acuut of in zeldzame gevallen hepatitis C) of geneesmiddelen. Ongeveer 20% van de mensen met polyarteritis nodosa heeft Hepatitis B acuut of C. Geneesmiddelen kunnen de aandoening veroorzaken, maar meestal kan geen aanleiding worden vastgesteld. De nieren, de huid, de zenuwen, de gewrichten, de spieren en het spijsverteringskanaal zijn het vaakst aangetast. De lever en het hart zijn vaak ook aangetast. Symptomen Andere symptomen treden op wanneer de slagaders die bloed naar een orgaan transporteren beschadigd zijn, en het orgaan niet genoeg bloed krijgt om normaal te functioneren. De symptomen variëren dus naargelang van het orgaan dat is aangetast:
Soms is de schade aan een orgaan onomkeerbaar, en gaat een deel van of de hele orgaanfunctie verloren. Een verzwakte slagader kan scheuren, waardoor inwendige bloedingen ontstaan. Problemen, zoals een hartaanval, kunnen lang na de behandeling van de ontsteking optreden. Diagnose
Polyarteritis nodosa kan moeilijk te diagnosticeren zijn. Artsen vermoeden polyarteritis nodosa wanneer mensen een bepaalde combinatie van symptomen en bloedtestresultaten hebben. Artsen kunnen de diagnose bijvoorbeeld vermoeden als een voorheen gezonde persoon van middelbare leeftijd verschillende combinaties van symptomen heeft, zoals onverklaarbare koorts, tekenen van een bepaald patroon van zenuwbeschadiging (zoals moeite met het optillen van een voet of het buigen van de pols), zweertjes op de huid, pijn in de buik of ledematen, gewrichts- of spierpijn, of een snel ontwikkelende hoge bloeddruk. Om de diagnose polyarteritis nodosa te bevestigen, kunnen artsen een klein monster van een aangetast orgaan nemen en dit onder een microscoop onderzoeken (biopsie) of röntgenfoto's van de bloedvaten maken (arteriografie). Bij arteriografie worden beelden gemaakt nadat een kleurstof (radiopaak contrastmiddel) is ingespoten die zichtbaar is op röntgenstralen. Soms kan magnetische resonantie-angiografie worden gedaan om te controleren op onregelmatigheden zoals vernauwingen en verwijdingen (aneurysma's) in de wand van aangetaste slagaders. De diagnose wordt echter minder vaak bevestigd door magnetische resonantie-angiografie dan door angiografie. Artsen kunnen elektromyografie en zenuwgeleidingsonderzoek doen om het gebied voor een spier- of zenuwbiopsie te helpen selecteren. Prognose Behandeling
De behandeling van polyarteritis nodosa is gericht op het voorkomen van het ontstaan van schade, maar kan schade die al is ontstaan vaak niet meer ongedaan maken. De behandeling is afhankelijk van de ernst van de aandoening. Geneesmiddelen die de aandoening kunnen hebben uitgelokt, worden gestopt. Hoge doses van een corticosteroïd, zoals prednison, kunnen verergering van polyarteritis nodosa voorkomen en mensen helpen zich beter te voelen. Het doel is een symptoomvrije periode (remissie). Omdat veel mensen een langdurige behandeling met een corticosteroïd nodig hebben en omdat een langdurige behandeling aanzienlijke bijwerkingen kan hebben, verlagen artsen de dosis zodra de symptomen zijn afgenomen. Als het corticosteroïd de ontsteking niet voldoende vermindert, kunnen medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken (immunosuppresiva), zoals cyclofosfamide, samen met het corticosteroïd worden gegeven. Als een corticosteroïd of een ander immunosuppressivum lange tijd wordt gebruikt, vermindert het vermogen van het lichaam om infecties te bestrijden. Mensen die zo behandeld worden, lopen dus een verhoogd risico op infecties, die ernstig of dodelijk kunnen zijn als ze niet onmiddellijk worden herkend en behandeld. Andere behandelingen, zoals die om de hoge bloeddruk onder controle te houden, zijn vaak nodig om schade aan inwendige organen te voorkomen. Mensen met Hepatitis B acuut worden behandeld met corticosteroïden en antivirale geneesmiddelen. Mensen met hepatitis C en polyarteritis nodosa worden behandeld met antivirale geneesmiddelen en soms corticosteroïden. Bronnen:
|