| Te langzaam verlopende bevalling | meer vrouwen |
| Langdurige bevalling; Gestagneerde bevalling | |
Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
|
Wat is het? Een te langzaam verlopende bevalling kan gepaard gaan met een trage ontsluiting van de baarmoederhals of beweging van de foetus door het geboortekanaal (langdurige bevalling) of een volledige onderbreking van de bevalling (stagnerende bevalling). |
Oorzaken van een te langzaam verlopende bevalling zijn onder andere de volgende:
- de foetus is te groot om door het geboortekanaal (bekken en vagina) te bewegen
- de foetus ligt in een abnormale positie
- het geboortekanaal is te klein
- de weeën van de baarmoeder zijn te zwak of niet vaak genoeg om de foetus in beweging te houden
- soms zijn de weeën te sterk of komen ze te dicht bij elkaar
Artsen schatten de grootte van de foetus en het geboortekanaal en controleren de positie van de foetus. Ze controleren ook de sterkte en timing van de weeën. Deze factoren bepalen de behandeling.
Als het geboortekanaal groot genoeg is voor de foetus maar de bevalling niet vordert, krijgt de vrouw intraveneus oxytocine toegediend om de baarmoeder te stimuleren om krachtiger samen te trekken. Als oxytocine geen succes heeft, kan een keizersnede nodig zijn. Of als de baby al in positie is om geboren te worden, kan een vacuümextractor of een verlostang worden gebruikt.
Als de foetus te groot is of als het geboortekanaal te klein is om de foetus door het geboortekanaal te laten gaan, wordt een keizersnede uitgevoerd.
Bronnen: