Monitoring van de foetale hartslag tijdens de bevalling |
meer vrouwen |
Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
Wat is het?
Het hartritmepatroon van de foetus wordt tijdens de bevalling gecontroleerd om te zien of de foetus in nood is.
|
Kort nadat een barende vrouw in het ziekenhuis is opgenomen, controleert de arts of een andere zorgverlener de hartslag van de foetus periodiek of continu. Het monitoren van de hartslag van de foetus is de eenvoudigste manier om te bepalen of de foetus voldoende zuurstof krijgt. Afwijkingen in de hartslag (te snel of te langzaam) en variaties in de hartslag (na verloop van tijd en als reactie op weeën) kunnen erop wijzen dat de foetus in nood is (foetale nood).
Soorten foetale hartmonitoring
De hartslag van de foetus kan op de volgende manieren worden gecontroleerd:
- Uitwendig: Een fetoscoop (een soort stethoscoop) of een handheld echoapparaat (dat geluidsgolven uitzendt en ontvangt) kan op de buik van de vrouw worden geplaatst om de hartslag van de foetus met regelmatige tussenpozen te controleren. Een ander type echoapparaat kan op de buik van de vrouw worden geplaatst om de hartslag continu te controleren. Apparaten die continu monitoren (elektronische foetale monitoring genoemd) hebben meestal ook een sensor die weeën kan detecteren en volgen
- Inwendig: Een elektrode (een kleine ronde sensor aan een draad) wordt via de vagina van de vrouw ingebracht en vastgemaakt aan de hoofdhuid van de foetus. De inwendige benadering wordt meestal gebruikt als er een risico is op problemen tijdens de bevalling of als de signalen die door het uitwendige apparaat worden gedetecteerd, niet kunnen worden geregistreerd. Deze benadering kan alleen worden gebruikt nadat de vliezen die de foetus bevatten zijn gescheurd (beschreven als “de vliezen breken”)
Wanneer continue elektronische foetale monitoring begint tijdens de bevalling, wordt er vaak een non-stress test gedaan. Een non-stress test evalueert de hartslag van de foetus gedurende 20 tot 40 minuten om te controleren op specifieke patronen. De resultaten worden als reactief (geruststellend) of niet-reactief (niet geruststellend) beschouwd. Als het resultaat niet geruststellend is, wordt het welzijn van de foetus verder beoordeeld, zoals een biofysisch profiel.
Voor een biofysisch profiel wordt echografie gebruikt om in realtime beelden van de foetus te maken en wordt de foetus tot 30 minuten lang geobserveerd. Artsen evalueren de hartslag, de hoeveelheid vruchtwater, de ademhaling en beweging van de foetus en kennen een score tot 10 toe.
Op basis van het resultaat van deze tests kunnen artsen de bevalling laten doorgaan of een keizersnede uitvoeren.
Bronnen:
|