Een vacuümextractor bestaat uit een klein kopje van rubberachtig materiaal dat verbonden is met een vacuüm. Het wordt in de vagina ingebracht en gebruikt zuigkracht om zich vast te hechten aan het hoofd van de foetus. Als een vacuümextractiebevalling wordt geprobeerd en geen succes heeft, wordt een keizersnede uitgevoerd. In zeldzame gevallen kneust een vacuümextractor de hoofdhuid van de baby of veroorzaakt een bloeding in de ogen van de baby (netvliesbloeding). Vacuümextractie verhoogt ook het risico op schouderdystocie (vooral als de baby groot is) en geelzucht heeft. Een verlostang is een metalen chirurgisch instrument met afgeronde hoeken die rond het hoofd van de foetus past. In zeldzame gevallen wordt de baby gekneusd of scheurt het gebied tussen de opening van de vagina en de anus van de vrouw (het perineum genoemd). Vacuümextractie of tangbevalling kan nodig zijn wanneer:
Gebruik van een tang of vacuümextractor Bronnen:
|