Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
Wat is het?
De weeën zijn de eerste fase van de bevalling. Tijdens de bevalling knijpen de spieren van je baarmoeder (uterus) keer op keer om je baarmoederhals te openen en je baby naar buiten te duwen. Deze knijpbewegingen worden weeën genoemd.
De bevalling omvat de tweede en derde fase van de bevalling. De bevalling van de baby is de tweede fase. De bevalling van de nageboorte (placenta) is de derde fase. Tijdens deze fasen gaan de baby en de nageboorte door het geboortekanaal naar buiten.
Bij een keizersnede halen artsen je baby via een snee in je buik.
Meestal verloopt de bevalling goed, maar de artsen houden je in de gaten voor mogelijke complicaties.
|
Waar moet ik bevallen?
Meestal gebeurt dit in een ziekenhuis of geboortecentrum.
In sommige ziekenhuizen verblijf je in één kamer voor de bevalling en in een andere kamer voor de bevalling.
In andere faciliteiten blijf je in dezelfde kamer voor zowel de bevalling als de kraamtijd.
Wat gebeurt er als ik ga bevallen?
Als je op het punt staat om te bevallen, kunnen artsen en verpleegkundigen je helpen om een gedeeltelijke zithouding aan te nemen, tussen liggen en zitten in. Deze houding:
- helpt de baby langzaam naar beneden richting je vagina te bewegen
- doet minder pijn aan je rug of bekken
Sommige vrouwen bevallen liever liggend of in een andere houding.
Tijdens de bevalling zal je arts of verloskundige:
- je vagina controleren om het hoofdje van je baby te vinden
- je vragen om te bukken en te persen bij elke wee
- het hoofdje van je baby ondersteunen als het uit je vagina komt, om scheuren te voorkomen
- het lichaam van je baby zijwaarts draaien zodat de schouders één voor één naar buiten komen
- de baby opvangen
Nadat je baby geboren is, zal je arts of verloskundige:
- vloeistof en slijm uit de neus en mond van je baby zuigen
- een klem op de navelstreng zetten en deze doorknippen - dit doet jou of je baby geen pijn
- je baby afdrogen en in een deken wikkelen
- leg je baby in een wiegje of in je armen
Wat kan helpen bij de bevalling?
Soms versnelt een arts een bevalling omdat de baby of moeder medische hulp nodig heeft. Artsen kunnen een baby sneller ter wereld brengen door gebruik te maken van
- vacuümextractie (een apparaat met een zuignap dat de arts helpt om je baby eruit te trekken)
- tangen (een grijpapparaat waarmee de arts je baby eruit kan trekken)
- episiotomie (een kleine snede in het vaginale weefsel om het geboortekanaal wijder te maken, waardoor je baby eruit kan komen)
Hoe komt de placenta ter wereld?
Je placenta is de nageboorte. Het is een stukje weefsel ter grootte van een plaat dat aan je baarmoeder vastzit en dat je baby van zuurstof en voedingsstoffen voorziet. Het zit met de navelstreng aan je baby vast.
- meestal komt de placenta binnen 30 minuten na de geboorte vanzelf naar buiten
- de arts of verloskundige kan je buik masseren en je een medicijn met de naam oxytocine geven om je baarmoeder te helpen samentrekken en de placenta naar buiten te duwen
Als de placenta niet of slechts gedeeltelijk naar buiten komt, kan het nodig zijn dat de arts in je baarmoeder reikt om de placenta te verwijderen.
Wat gebeurt er na de bevalling?
Nadat de placenta eruit is, kan je arts of verloskundige je baarmoeder helpen samentrekken met behulp van:
- buikmassages
- een medicijn genaamd oxytocine
Je arts zal ook eventuele scheurtjes of sneetjes in je baarmoederhals en vagina hechten.
Daarna blijven jij en je baby een paar uur in een verkoeverkamer. In sommige ziekenhuizen blijft je baby de hele tijd bij je op de kamer. In andere ziekenhuizen brengt je baby ook tijd door in een kinderkamer.
De meeste problemen gebeuren binnen 24 uur na je bevalling. Verpleegkundigen en artsen zullen jou en je baby in die tijd regelmatig controleren.
Bronnen:
|