Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
In de Verenigde Staten werden in 2018 meer dan 3.600 gevallen van acute hepatitis C gemeld. Omdat veel gevallen echter niet worden herkend of niet worden gemeld, werd het werkelijke aantal nieuwe infecties in 2018 geschat op meer dan 50.000. Om onbekende redenen heeft ongeveer een op de vijf mensen met een alcoholische leverziekte hepatitis C. Bij deze mensen werken alcohol en hepatitis C samen om de ontsteking en littekenvorming van de lever (levercirrose) te verergeren. Overdracht van hepatitis C Overdracht via bloedtransfusies of orgaantransplantaties is mogelijk, maar is nu zeldzaam. Dergelijke overdracht was gebruikelijk in de Verenigde Staten tot 1992, toen begonnen werd met het op grote schaal screenen van de bloedvoorraad op het hepatitis C-virus. Overdracht via seksueel contact komt niet vaak voor, evenmin als overdracht van een besmette zwangere vrouw op haar baby. Waarom iemand hepatitis C krijgt, is soms niet te achterhalen. Symptomen Sommige mensen met acute hepatitis C hebben typische symptomen van virale hepatitis. Deze symptomen zijn onder meer
Acute hepatitis C wordt zeer zelden ernstig (fulminant). Hepatitis C wordt chronisch bij ongeveer 75% van de mensen. Een chronische infectie is meestal mild. Na verloop van tijd ontwikkelt echter ongeveer 20 tot 30% van de mensen met chronische hepatitis C levercirrose. leverkanker kan zich ontwikkelen, maar meestal pas nadat cirrose is ontstaan. Diagnose Artsen vermoeden acute hepatitis C wanneer:
Het onderzoek begint meestal met bloedonderzoek om te bepalen hoe goed de lever functioneert en of de lever beschadigd is (leveronderzoek). Bij leveronderzoek wordt het gehalte aan leverenzymen en andere stoffen die door de lever worden geproduceerd, gemeten. Als bij het onderzoek leverafwijkingen worden vastgesteld, worden andere bloedonderzoeken gedaan om na te gaan of er sprake is van een hepatitisvirusinfectie. Deze bloedonderzoeken kunnen delen van specifieke virussen (antigenen), specifieke antilichamen die door het lichaam worden aangemaakt om het virus te bestrijden, en soms genetisch materiaal (RNA of DNA) van het virus opsporen. Bloedonderzoek wordt gedaan om te zoeken naar andere oorzaken van hepatitis. De aanwezigheid van antilichamen tegen hepatitis C wijst erop dat mensen op enig moment in hun leven met hepatitis C besmet zijn geweest, maar niet noodzakelijkerwijs nog steeds geïnfecteerd zijn. Als antilichamen tegen hepatitis C worden gevonden, wordt de hepatitis C RNA-test gedaan om te bepalen of de infectie actueel is of in het verleden heeft plaatsgevonden. Het hebben van antistoffen tegen hepatitis C beschermt mensen niet tegen het krijgen van hepatitis C. (Het hebben van antistoffen tegen hepatitis A en hepatitis B beschermt daarentegen wel tegen een toekomstige infectie met deze virussen). Preventie In de Verenigde Staten worden alle bloeddonors getest op hepatitis C om te voorkomen dat het hepatitis C-virus zich via transfusies verspreidt. Hoewel de kans op hepatitis door transfusies klein is, gebruiken artsen transfusies alleen als er geen alternatief is. Deze maatregelen hebben het risico om hepatitis te krijgen door een bloedtransfusie drastisch verminderd. Er is momenteel geen vaccin voor hepatitis C beschikbaar. Behandeling
Mensen met acute hepatitis C worden behandeld met dezelfde geneesmiddelen die worden gebruikt om chronische hepatitis C te behandelen, zodra de diagnose acute hepatitis C is gesteld. Deze geneesmiddelen kunnen het risico verminderen dat acute hepatitis C chronisch wordt. Mensen met hepatitis C mogen geen alcohol drinken, omdat dit de lever verder kan beschadigen. Het is niet nodig om bepaalde voedingsmiddelen te vermijden of om activiteiten te beperken. Mensen mogen geen medicijnen gebruiken die de lever kunnen beschadigen, zoals acetaminofen. De meeste mensen kunnen weer veilig aan het werk als de geelzucht is verdwenen. Bronnen:
|