Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Bij blootstelling aan zonlicht produceren gespecialiseerde huidcellen, melanocyten genaamd (zie Overzicht van huidpigmenten), grotere hoeveelheden van het pigment melanine, waardoor de huid donkerder wordt of bruint. Bij sommige mensen met een lichte huid produceren bepaalde melanocyten meer melanine dan andere in reactie op zonlicht. Deze ongelijke melanineproductie resulteert in pigmentvlekken die bekend staan als sproeten. De neiging tot sproeten komt in families voor. Andere factoren dan zonlicht kunnen leiden tot verhoogde melanine in vlekken of vlekken (gelokaliseerd) of in wijdverspreide gebieden van de huid. Zelden veroorzaken andere stoffen dan melanine een donkere huid. Plaatselijke hyperpigmentatie
Hyperpigmentatie kan ontstaan na verwondingen zoals snijwonden en brandwonden of bij ontstekingen veroorzaakt door aandoeningen zoals acne en lupus. Sommige mensen ontwikkelen hyperpigmentatie op delen van de huid die zijn blootgesteld aan zonlicht. Sommige planten (waaronder limoenen, selderij en peterselie) bevatten verbindingen die furocoumarines worden genoemd en die de huid van sommige mensen gevoeliger maken voor de effecten van ultraviolet licht wanneer ze de huid aanraken. Deze reactie wordt fytofotodermatitis genoemd (zie Chemische lichtgevoeligheid). Hyperpigmentatie kan ook voorkomen bij melasma, sproeten (zie hieronder), lentigines (zie hieronder) en café-au-lait vlekken (platte, bruine vlekken), maar ook bij abnormale huidgezwellen zoals moedervlekken en melanoom. Mensen met een aandoening die acanthosis nigricans wordt genoemd, ontwikkelen een donkere en verdikte huid in de oksels, in de nek en in huidplooien. Acanthosis nigricans kan een symptoom zijn van diabetes of van het polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Lentigines
Solar lentigines worden veroorzaakt door blootstelling aan de zon en zijn het meest voorkomende type lentigo. Ze komen het vaakst voor op plaatsen die aan de zon zijn blootgesteld, zoals het gezicht en de achterkant van de handen. Ze verschijnen meestal voor het eerst op middelbare leeftijd en nemen in aantal toe naarmate mensen ouder worden. Lentigines zijn niet kankerverwekkend (goedaardig), maar mensen die ze hebben lopen een hoger risico op melanoom. Niet-solaire lentigines worden niet veroorzaakt door blootstelling aan de zon. Nonsolaire lentigines komen soms voor bij mensen met bepaalde zeldzame erfelijke aandoeningen, zoals het syndroom van Peutz-Jeghers (gekenmerkt door veel lentigines op de lippen en poliepen in de maag en darmen), xeroderma pigmentosum en het multipele lentiginesyndroom (LEOPARD-syndroom). Als mensen niet te veel lentigines hebben maar wel last hebben van hun uiterlijk, kunnen artsen ze verwijderen met vriesbehandelingen (cryotherapie) of lasertherapie. Bleekmiddelen zoals hydrochinon zijn niet effectief. Wijdverspreide hyperpigmentatie
Hormonale veranderingen kunnen de melanineproductie verhogen en de huid donkerder maken bij de ziekte van Addison, tijdens de zwangerschap of bij gebruik van hormonale anticonceptiemiddelen. Een leveraandoening genaamd primaire biliaire cholangitis kan ook een verhoogde melanineproductie veroorzaken. Sommige gevallen van hyperpigmentatie worden niet veroorzaakt door melanine, maar door andere gepigmenteerde stoffen die normaal niet in de huid aanwezig zijn. Ziekten zoals hemochromatose of hemosiderose, die veroorzaakt worden door een teveel aan ijzer in het lichaam, kunnen hyperpigmentatie veroorzaken. Mensen met een donkere huid lopen het risico op hyperpigmentatie nadat hun huid ontstoken is geweest (bijvoorbeeld door uitslag of een verwonding) en moeten daarom vermijden dat de genezende huid wordt blootgesteld aan zonlicht. Sommige medicijnen en metalen die op de huid worden aangebracht, ingeslikt of geïnjecteerd kunnen hyperpigmentatie veroorzaken. Hyperpigmentatie veroorzaakt door medicijnen en zware metalen
De gebieden met hyperpigmentatie zijn meestal wijdverspreid, maar sommige medicijnen kunnen bepaalde gebieden specifiek aantasten. Sommige mensen ontwikkelen bijvoorbeeld vaste reacties op geneesmiddelen, waarbij bepaalde geneesmiddelen (bijvoorbeeld bepaalde antibiotica, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen [NSAID's] en barbituraten) ronde of ovale, rode vlekken of blaren veroorzaken op dezelfde plaats op de huid telkens als de geneesmiddelen worden ingenomen. Deze reacties leiden uiteindelijk tot hyperpigmentatie van de aangetaste huid. Afhankelijk van de medicatie of het metaal en waar het geconcentreerd is in de huid, kan de hyperpigmentatie violet, blauwachtig zwart, geelbruin of tinten blauw, zilver en grijs zijn (zie ook Kleurveranderingen in de huid). Naast de huid kunnen ook de tanden, nagels, het oogwit (sclera) en de mondslijmvliezen (mucosa) verkleurd zijn. Bij veel van deze stoffen vervaagt de hyperpigmentatie vaak nadat de blootstelling stopt, maar bij mensen met een donkere huid kan het langer duren om te vervagen. Soms is de hyperpigmentatie blijvend, ongeacht de huidskleur. Omdat veel stoffen die huidpigmentatie veroorzaken ook lichtgevoeligheidsreacties veroorzaken, moeten mensen de zon vermijden. Bronnen:
|