Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Zie ook het Overzicht van elektrolyten. Het meeste kalium in het lichaam bevindt zich in de cellen. Kalium is nodig voor het normaal functioneren van cellen, zenuwen en spieren. Het lichaam moet het kaliumgehalte in het bloed binnen een bepaald bereik houden. Een te hoog (hyperkaliëmie) of te laag (hypokaliëmie) kaliumgehalte in het bloed kan ernstige gevolgen hebben, zoals een abnormaal hartritme of zelfs het stoppen van het hart (hartstilstand). Het lichaam kan het grote kaliumreservoir in de cellen gebruiken om het kaliumgehalte in het bloed constant te houden. Het lichaam houdt de kaliumspiegel op peil door de hoeveelheid geconsumeerd kalium af te stemmen op de hoeveelheid die het verliest. Kalium wordt geconsumeerd in voedsel en dranken die elektrolyten bevatten (waaronder kalium) en gaat voornamelijk verloren via de urine. Er gaat ook wat kalium verloren via het spijsverteringskanaal en in zweet. Gezonde nieren kunnen de uitscheiding van kalium aanpassen aan veranderingen in het verbruik. Sommige medicijnen en bepaalde aandoeningen beïnvloeden de beweging van kalium in en uit de cellen, wat een grote invloed heeft op het kaliumgehalte in het bloed. Bronnen:
|