Vasopressine (ook wel antidiuretisch hormoon genoemd) helpt de hoeveelheid water in het lichaam te reguleren door de hoeveelheid water die door de nieren wordt uitgescheiden te regelen. Vasopressine vermindert de uitscheiding van water door de nieren. Hierdoor wordt er meer water in het lichaam vastgehouden, waardoor het natriumgehalte in het lichaam verdunt. Een laag natriumgehalte in het bloed wordt hyponatriëmie genoemd. De hypofyse produceert en geeft vasopressine af wanneer het bloedvolume (de hoeveelheid vocht in de bloedvaten) of de bloeddruk daalt of wanneer het niveau van elektrolyten (zoals natrium) te hoog wordt. De afscheiding van vasopressine wordt ongeschikt genoemd als deze optreedt wanneer:
Wanneer vasopressine in deze situaties wordt afgegeven, houdt het lichaam te veel vocht vast en daalt het natriumgehalte in het bloed. Oorzaak SIADH heeft een lange lijst van mogelijke oorzaken die meestal extra tests vereisen om ze te achterhalen.
Symptomen Diagnose Artsen vermoeden SIADH bij mensen met hyponatriëmie die niet verklaard kan worden door andere factoren, zoals pijn, stress, zware inspanning, een hoge bloedsuikerspiegel en bepaalde aandoeningen van het hart, de schildklier, de nieren of de bijnieren die het bloedvolume kunnen verlagen en de afgifte van vasopressine door de hypofyse kunnen stimuleren. Bloedonderzoek en urineonderzoek wordt gedaan om het natrium- en kaliumgehalte te meten en om te bepalen hoe geconcentreerd het bloed en de urine zijn (osmolaliteit). Artsen sluiten ook andere mogelijke oorzaken van een teveel aan vasopressine uit (zoals pijn, stress, drugs of kanker). Als SIADH eenmaal is vastgesteld, proberen artsen de oorzaak te achterhalen en aan te pakken zodat het natriumniveau langzaam weer normaal wordt. Behandeling
Artsen beperken de vochtinname en behandelen indien mogelijk de oorzaak. Mensen met SIADH hebben langdurige behandeling van hyponatriëmie nodig. Soms worden intraveneuze vloeistoffen gegeven, waaronder vloeistoffen met zeer hoge concentraties natrium (hypertone zoutoplossing). Dergelijke behandelingen moeten voorzichtig worden gegeven om een snelle stijging van het natriumniveau te voorkomen. Als het natriumgehalte in het bloed blijft dalen of niet toeneemt ondanks beperking van de vochtinname, kunnen artsen geneesmiddelen voorschrijven zoals demeclocycline of lithium, die het effect van vasopressine op de nieren verminderen, of geneesmiddelen zoals conivaptan en tolvaptan, die vasopressinereceptoren blokkeren en voorkomen dat de nieren reageren opvasopressine. Bronnen:
|