Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
Tijdens de bevalling maakt de foetus, die ondergedompeld is in vruchtwater en volledig afhankelijk is van de placenta voor voeding en zuurstof, een grote overgang naar een pasgeboren baby die lucht inademt en voeding opneemt via de mond. Onmiddellijk na de bevalling verwijdert de arts, verloskundige of verpleegkundige voorzichtig slijm en ander materiaal uit de mond, neus en keel met een zuigbuis. De pasgeborene kan dan ademhalen en hoeft niet langer zuurstof via de navelstreng te krijgen. Er worden twee klemmen op de navelstreng geplaatst en de navelstreng wordt dan tussen de klemmen doorgeknipt. Na een vaginale bevalling kan de pasgeborene voorzichtig op de buik van de moeder worden gelegd voor huid-op-huidcontact of in een deken worden gewikkeld zodat de moeder hem kan vasthouden. Na een keizersnede, als de andere ouder of een andere ondersteunende persoon aanwezig is, kan de pasgeborene aan die persoon worden gegeven om vast te houden. De moeder kan de baby zien en vasthouden nadat de keizersnede is voltooid. Niet alle bevallingen verlopen volgens een standaardpatroon. Sommige vrouwen hebben bijvoorbeeld complicaties tijdens de bevalling. In sommige gevallen heeft de pasgeborene na de geboorte speciale aandacht van het medisch personeel nodig.
De arts of verloskundige onderzoekt de pasgeborene op duidelijke afwijkingen of tekenen van nood. Een volledig lichamelijk onderzoek volgt later (meestal binnen 24 uur na de geboorte). De toestand van de pasgeborene onmiddellijk na de geboorte wordt na 1 minuut en na 5 minuten na de geboorte geregistreerd met behulp van de Apgar-score. De Apgar-score wordt gebruikt om punten toe te kennen voor hartslag, ademhalingsinspanning, spiertonus, reflexen en kleur. Een score van 7 tot 10 wordt als normaal beschouwd, 4 tot 6 is gemiddeld en 0 tot 3 is laag. Een lage Apgar-score is een teken dat de pasgeborene het moeilijk heeft en mogelijk extra hulp nodig heeft bij de ademhaling of bloedsomloop. De Apgar-score voorspelt niets over de gezondheid van de baby na de eerste levensminuten.
De verloskundige bepaalt de Apgar-score drie keer: 1 minuut na de geboorte, na 5 minuten en na 10 minuten. Vaak merk je niet dat de verloskundige dit doet. Deze hoeft je baby hiervoor niet altijd aan te raken, meestal lukt het door alleen naar je baby te kijken. De verloskundige kan je baby ook stimuleren om te gaan huilen of bewegen. Dat hoort dan bij het onderzoek. Na 5 minuten (bij de tweede test) is de Apgar-score meestal hoger dan na 1 minuut. Lees ook:
Zodra de pasgeborene stabiel is, meten de verpleegkundigen de hoofdomtrek, het gewicht en de lengte (zie ook Fysieke groei van baby's en kinderen). Een pasgeborene warm houden is essentieel. De pasgeborene wordt zo snel mogelijk in lichte kleding gewikkeld en het hoofd wordt bedekt om het verlies van lichaamswarmte te beperken. Onmiddellijk na de geboorte worden ouders aangemoedigd om hun pasgeborene vast te houden. Sommige deskundigen geloven dat vroeg lichamelijk contact met de pasgeborene helpt om een band op te bouwen. Soms heeft een pasgeborene echter medische zorg nodig of is er een andere reden waarom het contact met de ouders wordt uitgesteld. Ouders kunnen een goede band opbouwen met hun pasgeborene, zelfs als ze de eerste uren niet samen zijn. De moeder en de pasgeborene herstellen meestal samen in de verloskamer. Moeders die borstvoeding geven, leggen hun pasgeborene binnen de eerste 30 minuten na de bevalling aan de borst. Borstvoeding stimuleert oxytocine, een hormoon dat de baarmoeder van de moeder helpt genezen en de ontwikkeling van de melkvoorraad bevordert. Als een pasgeborene in een kinderkamer wordt verzorgd, wordt hij op zijn rug in een kleine wieg gelegd en warm gehouden. Na de geboorte doet de arts of verpleegkundige een paar onderzoeken en geeft hij de pasgeborene een paar behandelingen om bepaalde ziekten op te sporen en te voorkomen, waaronder de volgende:
Ongeveer 6 uur of meer na de geboorte worden pasgeborenen in bad gedaan. De verpleegster probeert het witachtige vettige materiaal (vernix caseosa) dat het grootste deel van de huid van de pasgeborene bedekt, niet af te wassen omdat dit materiaal helpt beschermen tegen infecties. Bronnen:
|