Laag aantal eosinofielen Een laag aantal eosinofielen wordt meestal bij toeval ontdekt wanneer om andere redenen een volledig bloedbeeld wordt bepaald. Behandeling van de oorzaak herstelt het normale aantal eosinofielen. Hoog aantal eosinofielen
Allergische aandoeningen, waaronder overgevoeligheid voor geneesmiddelen, astma, allergische rhinitis en atopische dermatitis, verhogen vaak het aantal eosinofielen. Veel parasieten, vooral degene die weefsel binnendringen, veroorzaken eosinofilie. Kankers die eosinofilie veroorzaken zijn Hodgkin lymfoom, leukemie en bepaalde myeloproliferatieve neoplasmen. Als het aantal eosinofielen slechts licht verhoogd is, hebben mensen meestal geen symptomen en wordt het hoge aantal eosinofielen in het bloed pas ontdekt wanneer om andere redenen een volledig bloedbeeld wordt bepaald. Soms echter, vooral wanneer het aantal eosinofielen zeer hoog is, ontsteken de weefsels en veroorzaakt het verhoogde aantal eosinofielen schade aan organen. Het hart, de longen, de huid en het zenuwstelsel worden het vaakst aangetast, maar elk orgaan kan beschadigd raken. De symptomen hangen samen met het aangetaste orgaan. Mensen kunnen bijvoorbeeld huiduitslag krijgen als de huid is aangetast, een piepende ademhaling en kortademigheid als de longen zijn aangetast, kortademigheid en vermoeidheid (symptomen van hartfalen) als het hart is aangetast, of keel- en maagpijn als de slokdarm of maag is aangetast. Bijgevolg worden eosinofiele aandoeningen gediagnosticeerd op basis van de plaats waar het gehalte aan eosinofielen verhoogd is:
Vaak worden mensen eerst getest en behandeld voor meer algemene oorzaken van hun symptomen. Ze worden bijvoorbeeld getest op een infectie en krijgen zelfs antibiotica, ook al wordt er geen infectie gevonden. Omdat mensen na behandeling nog steeds symptomen hebben, nemen artsen vaak een weefselmonster voor onderzoek (biopsie), dat eosinofielen in het aangetaste orgaan aantoont. De behandeling van deze aandoeningen omvat vaak orale corticosteroïde. Hypereosinofiel syndroom Mensen van elke leeftijd kunnen hypereosinofiel syndroom ontwikkelen, maar het komt vaker voor bij mannen ouder dan 50 jaar. Het verhoogde aantal eosinofielen kan het hart, de longen, de lever, de huid en het zenuwstelsel beschadigen. Het hart kan bijvoorbeeld ontstoken raken bij een aandoening genaamd Löffler endocarditis, wat leidt tot de vorming van bloedstolsels, hartfalen, hartaanvallen of slecht functionerende hartkleppen. Tot de symptomen behoren gewichtsverlies, koorts, nachtelijk zweten, vermoeidheid, hoesten, pijn op de borst, zwelling, buikpijn, uitslag, pijn, zwakte, verwardheid en coma. Andere symptomen van dit syndroom zijn afhankelijk van welke organen beschadigd zijn. Het syndroom wordt vermoed wanneer uit herhaald bloedonderzoek blijkt dat het aantal eosinofielen aanhoudend verhoogd is bij mensen die deze symptomen hebben. De diagnose wordt bevestigd wanneer artsen vaststellen dat de eosinofilie niet wordt veroorzaakt door een parasitaire infectie, een allergische reactie of een andere diagnostische aandoening en wanneer biopten eosinofielen in organen aantonen. Zonder behandeling overlijdt over het algemeen meer dan 80% van de mensen met dit syndroom binnen 2 jaar, maar met behandeling overleeft meer dan 80%. Hartschade is de belangrijkste doodsoorzaak. Sommige mensen hebben geen andere behandeling nodig dan nauwkeurige observatie gedurende 3 tot 6 maanden, maar de meeste hebben een behandeling met prednison, hydroxyureum of chemotherapie nodig. Sommige mensen met hypereosinofiel syndroom hebben een verworven afwijking van een gen dat de celgroei regelt. Dit type hypereosinofilie kan reageren op behandeling met imatinib, een geneesmiddel dat wordt gebruikt om kanker te behandelen. Als de behandeling met deze geneesmiddelen niet succesvol is, kunnen verschillende andere geneesmiddelen worden gebruikt, die kunnen worden gecombineerd met een procedure om eosinofielen uit het bloed te verwijderen (leukaferese). Bronnen:
|