Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Het humaan T-lymfotroop virus 1 (HTLV-1) lijkt op het humaan immunodeficiëntievirus (HIV), het virus dat AIDS veroorzaakt. Het HTLV-1 virus kan bepaalde vormen van leukemie en lymfoom (kanker van de witte bloedcellen) veroorzaken. HTLV-1 wordt overgedragen via:
Het kan van moeder op kind worden overgedragen via borstvoeding. Het komt het meest voor bij sekswerkers, gebruikers van injectiedrugs, mensen die hemodialyse ondergaan en mensen uit bepaalde gebieden, zoals de gebieden in de buurt van de evenaar, het zuiden van Japan en delen van Zuid-Amerika. HTLV-1-geassocieerde myelopathie/tropische spastische paraparese komt vaker voor bij vrouwen omdat HTLV-1-infectie vaker voorkomt bij vrouwen. Een soortgelijke aandoening kan het gevolg zijn van infectie met een soortgelijk virus, het humaan T-lymfotroop virus 2 (HTLV-2). Het virus bevindt zich in witte bloedcellen. Omdat het hersenvocht witte bloedcellen bevat, kan het ruggenmerg beschadigd raken. Ontsteking ontwikkelt zich in het ruggenmerg en beschadigt de paden die signalen over pijn, temperatuur en positie via het ruggenmerg naar de hersenen sturen en de paden die signalen van de hersenen via het ruggenmerg naar de spieren sturen. Schade aan het ruggenmerg is meer het gevolg van de reactie van het lichaam op het virus dan van het virus zelf. Symptomen HAM/TSP ontwikkelt zich meestal over meerdere jaren. Diagnose
De diagnose HTLV-1-geassocieerde myelopathie/tropische spastische paraparese is meestal gebaseerd op de symptomen en het risico van blootstelling aan het virus. Een arts kan mensen dus vragen naar hun seksuele contacten en het gebruik van recreatieve geïnjecteerde drugs. Monsters van bloed en hersenvocht, verkregen door een ruggenprik (lumbaalpunctie), worden getest op delen van het virus of antilichamen tegen het virus. (Antilichamen worden door het immuunsysteem aangemaakt om zich te verdedigen tegen een bepaalde aanvaller, zoals HTLV-1). MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) van de hersenen en het ruggenmerg wordt gedaan om te controleren op afwijkingen zoals degeneratie van het ruggenmerg en om te controleren op andere mogelijke oorzaken van de symptomen. Behandeling
Er is geen effectieve behandeling aangetoond voor HTLV-1-geassocieerde myelopathie/tropische spastische paraparese. Interferon alfa (een antiviraal geneesmiddel), intraveneus immuunglobuline en/of corticosteroïden kunnen echter de progressie van de aandoening vertragen en invaliditeit en pijn verminderen. (Intraveneus immuunglobuline is een gezuiverde oplossing van antilichamen verkregen van vrijwillige donoren en toegediend via een ader). Spasmen kunnen worden behandeld met spierverslappers zoals baclofen of tizanidine. Bronnen:
|