Paracoccidioïdomycose wordt veroorzaakt door het inademen van sporen van de schimmel, die in de grond groeien. Paracoccidioidomycose betreft meestal de longen, huid, mond, keel en lymfeklieren, hoewel het soms in de lever of milt verschijnt. De ziekte komt vaker voor bij mannen tussen 20 en 50 jaar, vooral bij landarbeiders zoals koffieboeren in Colombia, Venezuela en Brazilië. Ongeveer 5 tot 10% van de gevallen komt voor bij jongere mensen (beide geslachten). De ziekte komt alleen voor in delen van Zuid- en Midden-Amerika (met name Brazilië), waar naar schatting 10 miljoen mensen besmet zijn. Paracoccidioïdomycose infecteert meestal mensen met een gezond immuunsysteem. Soms komt het echter voor bij mensen die een verzwakt immuunsysteem hebben (vanwege een andere aandoening of het gebruik van medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken). Symptomen Paracoccidioïdomycose, als die zich ontwikkelt, lijkt meestal op een longontsteking, veroorzaakt hoest, koorts, kortademigheid en ademhalingsmoeilijkheden, en kan vanzelf overgaan. De infectie kan zich vanuit de longen naar andere delen van het lichaam verspreiden. Er kunnen pijnlijke zweertjes in de mond en op de huid ontstaan. Geïnfecteerde lymfeklieren zwellen op en er kan pus uit lopen, dat door de huid heen breekt maar weinig pijn veroorzaakt. De lymfeklieren die het vaakst geïnfecteerd zijn, zijn die in de hals en onder de armen. De lever en de milt kunnen vergroten, wat soms buikpijn veroorzaakt. Soms houden de symptomen lang aan, maar de infectie is zelden dodelijk. Sommige mensen met Paracoccidioïdomycose ontwikkelen een chronische longaandoening, die littekenvorming (fibrose) en wijdverspreide schade in de longen (emfyseem) veroorzaakt. Wanneer Paracoccidioïdomycose voorkomt bij jongere mensen of bij mensen met HIV-infectie of AIDS, is de infectie agressiever. Ze verspreidt zich wijd en zijd, ook naar het beenmerg en andere organen. Mensen hebben koorts en verliezen gewicht. De lymfeklieren, lever en milt vergroten, en er ontstaat bloedarmoede. Diagnose
Artsen vermoeden Paracoccidioïdomycose op basis van de symptomen en de resultaten van het lichamelijk onderzoek. Om de diagnose Paracoccidioïdomycose te stellen, neemt een arts weefselmonsters voor onderzoek onder een microscoop en voor kweek. Behandeling
Het antischimmelmiddel itraconazol, dat via de mond wordt toegediend, is de behandeling bij uitstek voor Paracoccidioïdomycose. Trimethoprim/sulfamethoxazol is een alternatief, maar mensen moeten dit veel langer innemen (bijvoorbeeld tot 5 jaar) dan itraconazol (bijvoorbeeld gedurende 6 tot 12 maanden). Amfotericine B is ook effectief, maar vanwege de bijwerkingen wordt het gereserveerd voor zeer ernstige gevallen. Bronnen:
|