Korte darmsyndroom meer spijsvertering    Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals. Wat is het? Je darmen zijn je ingewanden. Je hebt een dikke en een dunne darm. Je dunne darm is waar voedsel wordt opgenomen. Er is sprake van malabsorptie als je moeite hebt om de voedingsstoffen in je voedsel op te nemen. Voedingsstoffen zijn dingen die je lichaam van voeding voorzien. Ze omvatten eiwitten, koolhydraten, vetten, vitaminen en mineralen. Het korte darm syndroom is een probleem dat je krijgt als je een operatie hebt gehad waarbij een groot deel van je dunne darm is verwijderd. als je niet genoeg dunne darm hebt, kun je niet genoeg voedingsstoffen opnemen je zult gewicht verliezen en ondervoed zijn je zult ook last hebben van winderigheid en diarree het aanpassen van je dieet en het innemen van bepaalde medicijnen kan helpen om je diarree te verminderen sommige mensen met een zeer korte dunne darm moeten via hun aderen gevoed worden Oorzaak    Het korte darm syndroom ontstaat nadat een groot deel van je dunne darm is verwijderd tijdens een operatie. Veel voorkomende redenen om een deel van je dunne darm te verwijderen zijn: ziekte van Crohn mesenterische ischemie (geblokkeerde slagader die een groot deel van de darm van bloed voorziet) letsel aan de darm door bestralingstherapie volvulus (een gedraaide lus van de darm) geboorteafwijkingen Symptomen    Symptomen zijn onder andere: diarree gewichtsverlies niet genoeg vitaminen en mineralen opnemen Vitamine- en mineralentekorten kunnen veroorzaken: laag bloedbeeld (bloedarmoede) gemakkelijke blauwe plekken tintelingen in handen en voeten Diagnose    Artsen stellen de diagnose van het dunne darm syndroom op basis van je symptomen plus het feit dat er een lang stuk van je dunne darm is verwijderd. Behandeling    Als je het dunne darm syndroom hebt, heb je waarschijnlijk het volgende nodig: medicijnen om je diarree te vertragen kleinere, frequentere maaltijden met meer eiwitten en vetten en minder koolhydraten voedingssupplementen, waaronder vitaminen, calcium en magnesium zuurremmende medicijnen voor je maag als deze te veel zuur begint te produceren Als deze behandelingen je het eten niet laten verdragen, kunnen artsen: je permanent voeden via een ader (TPN [totale parenterale voeding] genoemd) Soms kunnen artsen je een dunne darm transplantatie geven, afkomstig van iemand die is overleden. Bronnen: Merck Manual, professional version Merck Manual, consumer version Laatste wijziging: 22 september 2024 Colofon  Disclaimer  Privacy  Zoeken  Copyright © 2002- G. Speek   Einde van de pagina