Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
De slaapcyclus
Mensen doorlopen normaal gesproken de drie stadia van de NREM-slaap (stadia N1 tot en met N3), meestal gevolgd door een kort interval van REM-slaap, elke 90 tot 120 minuten of meerdere keren per nacht. Gedurende de nacht worden mensen kort wakker (fase W genoemd), maar ze zijn zich meestal niet bewust van het feit dat ze wakker zijn.
De meest levendige dromen komen voor tijdens de REM-slaap. Het meeste praten tijdens de slaap, nachtmerries en slaapwandelen komen voor tijdens fase 3 van de NREM-slaap.
Slaapstoornissen Bij slaapstoornissen gaat het om verstoringen in het vermogen om in slaap te vallen, in slaap te blijven of wakker te blijven of om ongewoon gedrag tijdens de slaap, zoals slaapwandelen. De slaap kan door veel factoren verstoord worden, waaronder onregelmatige bedtijden, activiteiten voor het slapen gaan, stress, dieet, stoornissen en drugs. De meest voorkomende symptomen van slaapstoornissen zijn Slapeloosheid kan een stoornis zijn of een symptoom van een andere stoornis. Overmatige slaperigheid overdag is geen stoornis maar een symptoom van verschillende slaapgerelateerde aandoeningen. Mensen met slapeloosheid hebben moeite om in slaap te vallen en te blijven en worden onfris wakker. Ze kunnen vroeg wakker worden. Door slaaptekort voelen mensen zich overdag slaperig, moe en prikkelbaar. Mensen met overmatige slaperigheid overdag hebben de neiging om tijdens normale wakkere uren in slaap te vallen. Sommige slaapstoornissen zorgen ervoor dat mensen overdag niet in slaap kunnen vallen. Sommige slaapstoornissen gaan gepaard met onwillekeurige bewegingen van de ledematen of ander ongewoon gedrag (zoals nachtmerries, nachtmerries of slaapwandelen) tijdens de slaap. Ongewone bewegingen en gedrag tijdens de slaap worden parasomnieën genoemd. Andere symptomen zijn problemen met het geheugen, de coördinatie en emoties. Mensen kunnen minder goed presteren op school of op hun werk. Het risico op een auto-ongeluk of het ontwikkelen van een hartaandoening is verhoogd. Een gedetailleerde beschrijving van het probleem, soms met informatie uit een slaaplogboek, geeft meestal de diagnose, maar soms zijn testen in een slaaplaboratorium nodig. Dit onderzoek omvat polysomnografie. Essentiële informatie voor ouderen: Slaap Hoewel de oorzaken van slecht slapen dezelfde kunnen zijn als bij jongere mensen, kunnen leeftijdgerelateerde veranderingen ook bijdragen aan slecht slapen. Leeftijdgerelateerde veranderingen Als oudere mensen moeten verhuizen naar een huis van een familielid of een verpleeghuis, hebben ze misschien geen controle over zaken als temperatuur en geluidsniveaus. Het daaruit voortvloeiende ongemak kan het slapen moeilijker maken. Oudere mensen gaan minder naar buiten en brengen minder tijd buiten door, waardoor ze minder worden blootgesteld aan zonlicht. Als de ogen niet aan voldoende zonlicht worden blootgesteld, kan de interne (biologische) klok van het lichaam niet meer synchroon lopen met de licht- en donkercyclus op aarde. Mensen kunnen dan moeite hebben om te slapen wanneer dat de bedoeling is ('s nachts). Naarmate mensen ouder worden, produceert het lichaam ook minder melatonine en groeihormoon. Deze verandering heeft invloed op de slaap omdat beide hormonen een diepe slaap bevorderen. Oudere mensen vallen eerder in slaap en worden eerder wakker dan jongere volwassenen en kinderen. Vergeleken met jongere mensen brengen ouderen ook minder tijd door in diepe slaap (wat het lichaam kan helpen herstellen van activiteiten overdag). Eenmaal in slaap, worden ze vaker en gemakkelijker wakker. Daardoor voelen ze zich minder fris als ze wakker worden, ook al hebben ze lang in bed gelegen. Meestal duiden deze veranderingen op zich niet op een slaapstoornis bij oudere mensen, maar ze kunnen wel duiden op een stoornis als de veranderingen het mensen moeilijk maken om overdag te functioneren. Oudere mensen zijn vaak minder tolerant tegenover veranderingen in hun slaapgewoonten. Ze kunnen bijvoorbeeld vatbaarder zijn voor jetlag en problemen in verband met ploegendienst. Aandoeningen bij ouderen Stoornissen verstoren de slaap op verschillende manieren:
Depressie, die veel voorkomt bij oudere mensen, verstoort ook de slaap. Medicijnen bij ouderen Slaapmiddelen (hypnotica), voorgeschreven door een arts of vrij verkrijgbaar (OTC), zelfs in kleine dosissen, kunnen bijwerkingen hebben Deze bijwerkingen komen vaker voor en veroorzaken meer problemen bij oudere mensen. Ze kunnen bestaan uit slaperigheid overdag, onhandigheid, nervositeit, agitatie, moeite met plassen en verwardheid. Deze medicijnen verhogen ook het risico om 's nachts te vallen. Ouderen en dutten Maatregelen om de slaap bij ouderen te verbeteren
Bronnen:
|