Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals. Hersenen Tijdens het grootste deel van de volwassenheid is de hersenfunctie relatief stabiel. Na een bepaalde leeftijd, die verschilt van persoon tot persoon, neemt de hersenfunctie af. Sommige delen van de hersenen nemen in omvang af. Sommige delen van de hersenen nemen bij sommige mensen met wel 1% per jaar in omvang af, maar zonder enig functieverlies. Leeftijdsgerelateerde veranderingen in de hersenstructuur leiden dus niet altijd tot verlies van hersenfunctie. Een afname van de hersenfunctie bij het ouder worden kan echter het gevolg zijn van verschillende factoren, waaronder veranderingen in de chemische stoffen in de hersenen (neurotransmitters), veranderingen in de zenuwcellen zelf, giftige stoffen die zich in de loop van de tijd in de hersenen ophopen en erfelijke veranderingen. Verschillende aspecten van de hersenfunctie kunnen op verschillende momenten aangetast worden:
Reactietijden en het uitvoeren van taken kunnen langzamer worden omdat de hersenen zenuwimpulsen langzamer verwerken. De effecten van het ouder worden op de hersenfunctie kunnen echter moeilijk te scheiden zijn van de effecten van verschillende aandoeningen die veel voorkomen bij oudere mensen. Deze aandoeningen zijn onder andere depressie, beroerte, een onderactieve schildklier (hypothyreoïdie) en degeneratieve hersenaandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer. Naarmate mensen ouder worden, kan het aantal zenuwcellen in de hersenen afnemen, hoewel het aantal dat verloren gaat sterk varieert van persoon tot persoon, afhankelijk van de gezondheid van de persoon. Bovendien zijn sommige soorten geheugen kwetsbaarder voor verlies, zoals geheugen dat informatie tijdelijk vasthoudt. De hersenen hebben echter bepaalde kenmerken die deze verliezen helpen compenseren.
Zo kunnen mensen die een hersenletsel of beroerte hebben gehad soms nieuwe vaardigheden leren, zoals tijdens ergotherapie. Mensen kunnen beïnvloeden hoe snel de hersenfunctie afneemt. Lichaamsbeweging lijkt bijvoorbeeld het verlies van zenuwcellen te vertragen in delen van de hersenen die betrokken zijn bij het geheugen. Zulke lichaamsbeweging helpt ook om de resterende zenuwcellen te laten functioneren. Aan de andere kant kan het nuttigen van twee of meer alcoholische drankjes per dag de achteruitgang van de hersenfunctie versnellen. Naarmate mensen ouder worden, kan de bloedtoevoer naar de hersenen met gemiddeld 20% afnemen. De afname van de bloedstroom is groter bij mensen met atherosclerose van de slagaders naar de hersenen (cerebrovasculaire aandoening). Deze ziekte komt vaker voor bij mensen die lang gerookt hebben of die een hoge bloeddruk, een hoog cholesterolgehalte of een hoge bloedsuikerspiegel (diabetes mellitus) hebben die niet onder controle is door veranderingen in levensstijl of medicijnen. Deze mensen kunnen voortijdig hersencellen verliezen, wat de mentale functie kan aantasten. Hierdoor is het risico op schade aan de bloedvaten die leidt tot vasculaire dementie op relatief jonge leeftijd verhoogd. Ruggenmerg Perifere zenuwen
Degeneratie treedt ook op omdat naarmate mensen ouder worden de bloedtoevoer afneemt, botten in de buurt groeien en druk uitoefenen op de zenuwen, of beide. Ouderdomsgerelateerde veranderingen in de functie kunnen opvallender worden wanneer de zenuwen door iets anders zijn beschadigd (bijvoorbeeld door diabetes mellitus). Het perifere zenuwstelsel reageert minder goed op letsel. Wanneer bij jongere mensen het axon van een perifere zenuw beschadigd raakt, kan de zenuw zichzelf herstellen zolang het cellichaam, dat zich in of nabij het ruggenmerg bevindt, onbeschadigd is. Dit zelfherstelproces verloopt trager en onvollediger bij oudere mensen, waardoor ouderen kwetsbaarder zijn voor verwondingen en ziekten.
Bronnen:
|