Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
Vrouwen met chronische hypertensie hebben meer kans op mogelijk ernstige problemen tijdens de zwangerschap. De volgende problemen hebben echter meer kans als er sprake is van chronische hypertensie of zwangerschapshypertensie:
Het HElLP-syndroom bestaat uit hemolyse (afbraak van rode bloedcellen), verhoogde leverenzymenwaarden (wat wijst op leverschade) en een laag aantal bloedplaatjes, waardoor het bloed minder goed kan stollen en het risico op bloedingen tijdens en na de bevalling toeneemt. Tijdens de zwangerschap worden vrouwen met hoge bloeddruk nauwlettend gevolgd om ervoor te zorgen dat de bloeddruk goed onder controle is, de nieren normaal functioneren en de foetus normaal groeit. Voortijdige loslating van de placenta kan echter niet worden voorkomen of voorspeld. Vaak moet een baby vroegtijdig ter wereld worden gebracht om doodgeboorte of complicaties als gevolg van ernstige hoge bloeddruk (zoals een beroerte) bij de vrouw te voorkomen. Diagnose
De bloeddruk wordt routinematig gemeten tijdens prenatale bezoeken. Als ernstige hypertensie voor het eerst optreedt bij zwangere vrouwen, voeren artsen meestal tests uit om andere oorzaken van hypertensie uit te sluiten. Behandeling
Afhankelijk van hoe hoog de bloeddruk is en hoe goed de nieren functioneren, kunnen medicijnen wel of niet worden gebruikt. Het gebruik en de keuze van medicijnen voor de behandeling van chronische hypertensie en zwangerschapshypertensie zijn vergelijkbaar. Zwangerschapshypertensie treedt echter vaak pas laat in de zwangerschap op en hoeft niet met medicijnen te worden behandeld. Voor milde tot matig hoge bloeddruk (140/90 tot 159/109 millimeter kwik [mm Hg]) is de behandeling afhankelijk van veel factoren. Artsen kunnen aanraden om minder lichaamsbeweging te nemen om de bloeddruk mogelijk te verlagen. Als verminderde activiteit de bloeddruk niet verlaagt, raden veel deskundigen behandeling met antihypertensiva aan. Of de voordelen van deze medicijnen opwegen tegen de risico's is onduidelijk. Als de nieren echter niet normaal functioneren, zijn medicijnen nodig. Als de hoge bloeddruk niet goed onder controle wordt gehouden, kunnen de nieren verder beschadigd raken. Bij ernstige hoge bloeddruk (160/110 mm Hg of hoger) wordt behandeling met antihypertensiva aanbevolen (zie tabel Antihypertensiva). Behandeling kan het risico op een beroerte en andere complicaties als gevolg van hoge bloeddruk verminderen. Bij zeer hoge bloeddruk (180/110 mm Hg of hoger) worden vrouwen onmiddellijk geëvalueerd omdat het risico op complicaties voor de vrouw en/of de foetus hoog is. Als vrouwen ondanks het risico de zwangerschap willen voortzetten, hebben ze vaak verschillende bloeddrukverlagende medicijnen nodig. Tegen het einde van de zwangerschap kunnen ze in het ziekenhuis worden opgenomen. Als hun toestand verslechtert, kunnen artsen aanraden om de zwangerschap te beëindigen. Vrouwen leren thuis hun bloeddruk te controleren. Artsen voeren regelmatig onderzoeken uit om te bepalen hoe goed de nieren en de lever functioneren en maken een echografie om te bepalen hoe goed de foetus groeit. Als zwangere vrouwen een matig hoge tot zeer hoge bloeddruk hebben, wordt de baby meestal met 37 tot 39 weken geboren. De bevalling vindt eerder plaats als de foetus langzaam groeit, als de foetus problemen heeft of als de vrouw ernstige zwangerschapsvergiftiging heeft. Antihypertensiva
Angiotensine-converterend enzym (ACE) remmers worden echter gestopt tijdens de zwangerschap, vooral tijdens de laatste twee trimesters. Deze medicijnen kunnen bij de foetus afwijkingen aan de urinewegen veroorzaken. Als gevolg hiervan kan de baby kort na de geboorte overlijden. Angiotensine II receptorblokkers worden gestopt omdat ze het risico op nier-, long- en skeletproblemen en overlijden bij de foetus verhogen. Aldosteronantagonisten (spironolacton en eplerenon) worden ook gestopt omdat ze ervoor kunnen zorgen dat een mannelijke foetus vrouwelijke kenmerken ontwikkelt. Thiazidediuretica worden meestal gestopt omdat ze een laag kaliumgehalte in de foetus kunnen veroorzaken. Als andere medicijnen echter niet werken of onverdraaglijke bijwerkingen hebben, kunnen vrouwen met chronische hypertensie thiazidediuretica (zoals hydrochloorthiazide) krijgen tijdens de zwangerschap.
Bronnen:
|