Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
(Zie ook Overzicht van infecties bij pasgeborenen en Herpes Simplex Virusinfecties bij volwassenen). Infectie met het herpes simplex virus (HSV) komt vaak voor bij volwassenen. Het virus kan seksueel worden overgedragen en een infectie van de geslachtsorganen veroorzaken. Het virus gaat nooit helemaal weg en blijft levenslang sluimerend (inactief) in verschillende weefsels. Soms reactiveert het virus (wordt actief). Meestal wordt HSV-infectie overgedragen tijdens de bevalling door infectie in de vagina of vulva (schaamlippen) van de moeder. Zelfs besmette moeders die geen symptomen van herpes hebben, kunnen de infectie toch overdragen. Soms raken pasgeborenen besmet na de geboorte als ze in contact komen met iemand die een actieve infectie heeft, zoals een familielid. Bij pasgeborenen kan HSV-infectie leiden tot chronische gezondheidsproblemen of zelfs fataal zijn. Symptomen Voorbeelden van zweertjes en blaasjes bij een infectie met het Herpes Simplex Virus bij pasgeborenen Bij sommige pasgeborenen treft de infectie alleen bepaalde gebieden (gelokaliseerd). De infectie kan bijvoorbeeld alleen de ogen, huid en mond betreffen. Soms worden alleen de hersenen en het zenuwstelsel aangetast. Als een plaatselijke infectie niet wordt behandeld, ontwikkelen sommige pasgeborenen een wijdverspreide infectie. Een wijdverspreide infectie tast veel gebieden aan. Bij aangetaste zuigelingen zijn organen zoals de ogen, longen, lever, hersenen en huid allemaal geïnfecteerd. Symptomen zijn onder andere traagheid, verminderde spiertonus, ademhalingsproblemen, adempauzes (apneu) en toevallen. Diagnose
Om een infectie met het herpes simplexvirus vast te stellen, nemen artsen materiaalmonsters van de blaren en andere lichaamsvloeistoffen en sturen de monsters naar een laboratorium om het virus te kweken (kweken) en het herpes simplexvirus te identificeren. Artsen kunnen ook de polymerasekettingreactietest (PCR) op de monsters uitvoeren. Deze test zoekt naar het genetisch materiaal van het virus, waardoor artsen het snel kunnen identificeren. Als artsen vermoeden dat de pasgeborene een herseninfectie heeft, kan een ruggenprik (lumbaalpunctie - zie de figuur Hoe wordt een ruggenprik gedaan) worden gedaan om een monster van het ruggenmergvocht te verkrijgen. Behandeling
Pasgeborenen met een wijdverspreide infectie krijgen het antivirale medicijn acyclovir via de ader (intraveneus) gedurende 3 weken en daarna via de mond gedurende 6 maanden. Pasgeborenen met een plaatselijke infectie krijgen acyclovir intraveneus gedurende 2 weken. Deze medicatie geneest de infectie niet, maar voorkomt verspreiding en beperkt de symptomen. Ooginfecties worden ook behandeld met oogdruppels die een ander antiviraal geneesmiddel bevatten dat trifluridine heet, of met een ooggel die een ander antiviraal geneesmiddel bevat dat ganciclovir heet. Indien nodig wordt aanvullende zorg geboden, zoals vocht en ademhalingsondersteuning. Alle kinderen met herpes simplex virusinfectie moeten een oogonderzoek en beeldvormend onderzoek van de hersenen ondergaan. Prognose Ernstige infecties komen niet vaak voor bij pasgeborenen bij wie de infectie beperkt is tot de huid, ogen of mond. Zonder behandeling ontwikkelen veel van deze pasgeborenen echter een wijdverspreide infectie of herseninfectie. Adequate behandeling met antivirale geneesmiddelen verlaagt het sterftecijfer en vergroot de kans op een normale ontwikkeling aanzienlijk. Preventie Als zwangere mensen in het verleden een genitale herpesinfectie hebben gehad, is het aanbevolen dat ze vanaf 36 weken zwangerschap een antiviraal geneesmiddel (acyclovir of valacyclovir) innemen. Als zwangere mensen actieve genitale herpeslaesies hebben of symptomen die erop wijzen dat de infectie actief gaat worden (zoals tintelingen, ongemak of jeuk) op het moment van de bevalling, wordt een keizersnede aanbevolen om het risico op overdracht van de infectie op de pasgeborene te verkleinen. Pasgeborenen van mensen die op het moment van de vaginale bevalling een actieve herpesinfectie hebben, moeten worden getest op een herpes simplexvirusinfectie. Bronnen:
|