Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
Foetussen en pasgeborenen kunnen op de volgende manieren een infectie oplopen:
In de baarmoeder opgelopen infectie (in utero-infectie) Veelvoorkomende infecties die via de placenta worden overgedragen, zijn onder andere rodehond, toxoplasmose, cytomegalovirus, zikavirus en syfilis. Een infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) en een hepatitis B-virus zijn minder vaak voorkomende infecties die via de placenta kunnen worden overgedragen. Er zijn ook veel zeldzamere infecties die de foetus al vóór de geboorte kunnen infecteren. De effecten op de foetus hangen af ??van het organisme dat de infectie veroorzaakt en wanneer de infectie bij de moeder tijdens de zwangerschap is opgetreden. Mogelijke problemen zijn onder andere een miskraam, trage groei van de baarmoeder, vroeggeboorte, doodgeboorte en geboorteafwijkingen. Infectie opgelopen tijdens de geboorte (intrapartuminfectie)
Infecties die tijdens de bevalling kunnen optreden, zijn onder andere hiv-infecties, herpes simplex-virusinfecties, hepatitis B-virusinfecties, streptokokkeninfecties, Escherichia coli (E. coli)-infecties, listeriose, gonokokkeninfecties en chlamydia. Infectie opgelopen na de geboorte (postpartuminfectie) Soorten infecties bij pasgeborenen Bacteriën die vaak infecties bij pasgeborenen veroorzaken, zijn onder andere groep B-streptokokken, E. coli, Listeria monocytogenes, gonokokken en chlamydia. Virussen zijn onder andere herpes simplexvirussen (HSV), humaan immunodeficiëntievirus (hiv), cytomegalovirus (CMV) en hepatitis B-virus (HBV). Sommige infecties die mensen van alle leeftijden kunnen treffen, veroorzaken specifieke problemen wanneer ze optreden bij een foetus of pasgeborene. Enkele van de ernstiger infecties bij pasgeborenen zijn onder andere:
Zie Candidiasis (schimmelinfectie) voor een infectie veroorzaakt door de schimmel Candida. Diagnose
Artsen vermoeden een infectie op basis van de symptomen of afwijkingen (zoals aangeboren afwijkingen) van de pasgeborene en de resultaten van een lichamelijk onderzoek. Artsen testen ook het bloed, ruggenmergvocht, de urine, het speeksel of de weefsels van de pasgeborene om te bepalen of er sprake is van een infectie en welk organisme de infectie veroorzaakt. De moeder van de pasgeborene kan ook worden getest. Behandeling
Deze infecties worden behandeld op basis van welk organisme de infectie veroorzaakt. Sommige bacteriële infecties kunnen met antibiotica worden behandeld. Sommige virale infecties kunnen met antivirale medicijnen worden behandeld. Bronnen:
|