Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
De slokdarm is de holle buis die van de keelmaag loopt (zie ook Overzicht van de slokdarm). Er zijn verschillende afweermechanismen die de slokdarm beschermen tegen infecties. Deze verdedigingsmechanismen omvatten speeksel, de normale beweging (samentrekkingen) van de slokdarm en de cellen van het immuunsysteem. Bij gezonde mensen voorkomen deze afweermechanismen infectie. Mensen met een verminderde afweer, zoals mensen met HIV, een orgaantransplantatie, een alcoholstoornis, diabetes, een verzwakt of verminderd immuunsysteem, ondervoeding, kanker of bewegingsstoornissen van de slokdarm (motiliteitsstoornissen) van de slokdarm, lopen echter een risico op infectie. Daarnaast kunnen ingeslikte of geïnhaleerde corticosteroïden mensen een verhoogd risico geven op infectie van de slokdarm. Candida-infectie kan bij al deze mensen optreden. Herpes simplex virusinfectie en cytomegalovirusinfectie van de slokdarm komen vooral voor bij mensen die HIV hebben of die een orgaantransplantatie hebben ondergaan en medicijnen gebruiken die het immuunsysteem onderdrukken. Symptomen Slokdarminfecties veroorzaken ook zweren (zweertjes) en irritatie en zwelling van de slokdarm (oesofagitis). Diagnose Soms kan de arts tekenen van een Candida-infectie in de mond (spruw) zien bij mensen met een Candida-infectie van de slokdarm. Meestal zijn er geen afwijkingen in de mond bij mensen met een herpes simplex virusinfectie of cytomegalovirusinfectie. Om een infectie van de slokdarm vast te stellen, kijkt de arts meestal in de slokdarm met behulp van een flexibele kijkbuis (endoscopie). Tijdens de endoscopie nemen artsen meestal weefsel weg voor onderzoek onder een microscoop (biopsie). Behandeling
Mensen met Candida-infectie krijgen een antischimmelmiddel zoals fluconazol. Het medicijn wordt als pil gegeven of, als mensen moeite hebben met slikken, kan het via een injectie in een ader worden toegediend. Mensen met herpes simplex virusinfectie krijgen antivirale middelen zoals acyclovir, valacyclovir of famciclovir. Ze worden via de mond of via een injectie in een ader toegediend. Mensen met een cytomegalovirus krijgen antivirale middelen zoals ganciclovir via een injectie in een ader of valganciclovir via de mond.
Bronnen:
|